algemeen

Schrijven en taalgevoel

 

machine-writing-1035292_1920

Onlangs kreeg ik een mail van een bloglezeres met feedback. Ze leest mijn blog al geruime tijd en wilde persoonlijk reageren op een tekst van mij. Buiten dat wilde zij ook even haar ei kwijt. Het viel haar op dat ik in een door haar net gelezen stuk een taalkundige fout maak die zij al vaker heeft gezien bij mij. Ondanks mijn ‘bijna perfecte Nederlands’ (haar woorden, maar ik beschouw dat als een groot compliment) wilde ze mij hier toch even op wijzen.

Heel attent vind ik dat. De fout die ze benoemde is inderdaad één van mijn blinde vlekken. Prettig leesbaar schrijven, een correcte grammatica & spelling en soepel lopende zinnen vind ik belangrijk. Ik vind het tof dat iemand dit aanvoelt, de moeite neemt me te wijzen op een foutje en dat ook nog eens heel plezierig brengt.

Schrijven is één ding, correct taalgebruik is een ander ding. Natuurlijk heeft iemand die goed kan schrijven meestal een goed ontwikkeld taalgevoel. Maar dat is niet hetzelfde als alle regels kennen en weten toe te passen. Dat weet ik sinds ik een tijdje meedraaide op de redactieafdeling van een uitgeverij en gedesillusioneerd raakte over de teksten die door de auteurs werden ingeleverd. Zoveel fouten! Achter een goede schrijver staat een goede redacteur weet ik nu en redigeren is een vak apart.

Andermans teksten redigeren gaat mij redelijk af, misschien omdat er meer afstand is. Met mijn eigen teksten vind ik dat moeilijker. Ze zeggen wel eens dat schrijven vooral bestaat uit het kritisch schrappen – ‘kill your darlings’ – van je tekst. Dat is best moeilijk maar ik probeer het toch toe te passen op mijn eigen teksten. Hoewel ik blog voor mijn plezier en ik niet vind dat elke tekst hier van journalistiek niveau hoeft te zijn, bekijk ik wel bijna alles wat ik schrijf met een bepaalde blik. Is het een logisch geheel? Heeft elke alinea nut? (verbazingwekkend hoe vaak ik soms een hele alinea kan schrappen). Heeft de tekst een begin, middenstuk en eind? Zijn er woorden die te vaak worden gebruikt? (dan zoek ik even naar synoniemen) en zeer belangrijk: maak ik geen stomme fouten qua spelling en grammatica.

Dat laatste is altijd mijn angst geweest. Toen ik op de middelbare school kwam, had ik nog nooit van het kofschip gehoord! “Fokschaap dan?” probeerde de docent Nederlands nog even. Maar ik – en met mij alle pubers die op de Faunaschool in Wormer hadden gezeten – keken hem glazig aan. Kofschip? Nee, nooit van gehoord. We gingen wel altijd met de hele school leuk stoepkrijten als het mooi weer was. En we hadden een volière in de klas. Ook wisten wij buitensporig veel van motoren, de hobby van onze meester. Maar het onderdeel grammatica en spelling had wat minder aandacht gekregen.

Dat is altijd een gebrek gebleven. Ik heb mezelf veel aangeleerd door er over te lezen en vaak iets op te zoeken. Gelukkig heb ik van nature wel taalgevoel en zijn de d’s en de t’s bij mij meestal wel goed. Maar, ik ben wel kampioen ‘zin omgooien’ geworden. Bij twijfel (ook over een d of t) gooi ik de zin altijd om en hop, het probleem  is meestal opgelost. En dan nog maak ik fouten. Gewoon omdat ik het soms niet zie, soms te lui ben, soms een slechte dag heb en me niet kan concentreren en soms ook echt niet weet dat iets fout is.

Vreemd genoeg werd tijdens mijn universitaire opleiding Publicistiek nauwelijks aandacht besteed aan grammatica en spelling. Ik stroomde na het propedeusejaar Geschiedenis door naar Culturele Studies en dan specifiek Publicistiek. Een opleiding waarbij wij getraind werden onze kennis – in mijn geval was dat cultuurgeschiedenis – te gieten in goed leesbare verschillende soorten teksten. Denk aan artikelen voor een tijdschrift of krant. Onze teksten werden door journalisten en auteurs zoals bijvoorbeeld Arnold Heumakers, Willem van Toorn, Michaël Zeeman en Pauline Slot, regelmatig volledig met de grond gelijk gemaakt (in mijn geval zeker, ik was een matige student). Maar al te vaak diende ik een tekst vijf keer opnieuw in – allemaal op een ouderwetse typemachine geschreven – voordat het enigszins acceptabel was volgens de schrijfgoden. We kregen overal kritiek op, denk aan het ritme van de zinnen, hoe we de boodschap brachten, het onderwerp zelf, gebruik van stijl, citaten. Ik heb er enorm veel van geleerd. Maar zelden of nooit was er voor mij bruikbare kritiek op mijn spelling en grammatica. Dat werd bekend verondersteld. Je werd geacht het Groene Boekje in je bezit te hebben en verder zocht je het maar uit.

Schrijven via internet is weer een vak apart. Toen ik studeerde in de oertijd, was internet nog helemaal niet aan de orde en ook nog niet tijdens mijn latere baan bij een uitgeverij. Publiceren was een langzaam proces met veel correctielagen en nam veel tijd in beslag. Het voordeel van internet is de snelheid. Het nadeel van internet is natuurlijk ook de snelheid. Als blogger kun je zó iets publiceren en snelheid maakt maar al te vaak slordig.

correcting-1870721_1920Gelukkig kun je tegenwoordig alles heel snel opzoeken en ook je kennis opfrissen op sites als die van Onze Taal, wat ik dan ook regelmatig doe. Maar dat kan alleen wanneer ik door heb dat ik iets niet weet. Ik twijfel wel vaak – schrijf je ‘hierop wijzen’ of ‘hier op wijzen’? Hé, nu staat er iets heel anders!- wat nu correct is.  En zo ontdekte ik pas een paar jaar geleden dat het ‘onmiddellijk’ is en niet ‘onmiddelijk’, ondanks regelmatig gebruik van spellingcontroles. Ik ben dan zo’n gek die ondanks mijn onzekerheid dan tóch denkt dat de spellingscontrole het fout heeft ;-). Blinde vlekken zullen er altijd zijn.

Wat is jouw blinde vlek?

 

(bron afbeeldingen Pixabay)

18 gedachten over “Schrijven en taalgevoel

  1. Ik vind het vooral heel sympathiek dat ze je even mailde. Dat is zo’n geval fijner dan via een comment vind ik. Ik schaam me altijd best als ik een taalfout of andere domme fout op mijn blog maak…

    Like

  2. Heel herkenbaar. Ik kan uit een stuk tekst van een ander direct de spelfouten herkennen. Ik stoor mij er ook enorm aan. Maar als ik zelf een stuk geschreven heb, heb ik blijkbaar een enorm bord voor mijn kop. Ik zie de fouten niet. Al lees ik een tekst meerdere malen terug. Na al die jaren heb ik nog steeds de gouden tip niet ontdekt om het te verbeteren…

    Ik kan mij overigens volledig aansluiten bij de lezer die jou een reactie heeft verzonden. Je schrijft heel prettig, ik lees je stukken graag!

    Like

  3. Ik ben meer een verteller. En maak waarschijnlijk vele stijlfouten. Door lichte dyslectie moet ik ook goed op spelling letten, ondanks de correctie

    Like

  4. Wat fijn dat ze je er even netjes op wees. Dat is weer eens wat anders dan die nare trollen. Ik heb Nederlands gestudeerd, daar werd er wel buitensporig veel aandacht aan gewijd. Voor mij buitensporig, ik heb het namelijk wel heel uitgebreid gehad op de lagere school. Dat dat niet standaard is, realiseer ik me tegenwoordig steeds vaker. Ik laat het meestal maar voor wat het is. Ik reageer er alleen op als mensen anderen verbeteren en dan zelf een taalfout maken. 🙂

    Like

  5. Fijn als iemand op een plezierige manier de moeite neemt om je op sommige fouten te wijzen. En ik herken dergelijke fouten ook bij me zelf, is het na dat of nadat.
    Wat betreft de spellingscontrole: denk eraan (ook zo’n woord) dat Bill Gates ook geen nederlander is en dus de taal ook niet machtig is 😉

    Like

  6. Leuk stuk.
    Als wij vroeger op school onmiddellijk verkeerd schreven , werd je bijkans aan de schandpaal genageld.
    Voor iedere Nederlandse les een paar rijen moeilijke spellingswoorden leren .
    Nu ik je stuk gelezen heb , ben ik bang om een vout te schrijven.

    Geliked door 1 persoon

  7. leuk stukje!
    mijn blinde vlek is heel lang ‘onroerend goed’ geweest, ik dacht dat er een ‘t’ in hoorde: onTroerend goed 🙂

    Like

  8. Ik vind dat je prachtig schrijft. Fijn dat ze een mailtje stuurt inderdaad alhoewel je van mij best nu en dan een foutje mag maken hoor. Dat onTroerende goed hoor ik ook vaak daar moet ik altijd wel om glimlachen omdat het best een goede term is. Voor veel mensen zit er veel emotie in hun huis dus het klopt eigenlijk wel dat ontroerende. Ik heb niet snel de neiging om mensen te verbeteren wanneer er iets fout gaat, ik maak zelf ook vele foutjes. Wat leuk om te lezen over jouw opleiding zo te lezen hebben ze het je niet gemakkelijk gemaakt. Vaak leer je daar dan wel weer veel van. Lekker van de hak op de tak deze reactie, totaal niet geredigeerd 😉

    Like

  9. Ik heb de d/t-regel op de lagere school goed geleerd, zelfs zo goed, dat ik het helemaal fout ging doen toen het in de brugklas nòg eens aangeleerd werd, maar dan met ’t kofschip. Ik ben wel twee maanden in de war geweest.

    Op de lagere school kregen we ook ‘moeilijke woorden’, met om de week dictee. De leraar waarschuwde toen: “denk aan de dubbele d in onmiddellijk” – en ik dacht direct “oh, dan zit er maar één l in, want daar waarschuwt hij niet voor”. 🙂

    Op de universiteit heb ik in de computerruimtes wel naast studenten Nederlands gezeten die zeiden: “het zal wel geen verbindings-s hebben, want de spellchecker keurt het fout”. Grrrmbl! Op dat moment kende de spellchecker helemaal geen verbindings-s, die plakte gewoon twee zelfstandige naamwoorden aan elkaar.

    Like

  10. Ik schreef een keer een blogpost over hoe belangrijk ik taal en stijl vond. Daarbij maakte ik een enorme taalfout. Echt waar. Een hele stomme. Die zag ik pas een paar maanden later. Het grappige is dat geen van mijn lezers daar een opmerking over maakte! En het was niet zo dat dat kwam omdat het stuk niet gelezen werd. Volgens mij durfde niemand er wat van te zeggen. Of iedereen had dezelfde blinde vlek, dat kan ook.

    Ik maak vaak typefouten is dat/dag en was/wat.

    Like

    1. Ik heb ook het kofschip degelijk gehad. Dus dat lukt me wel (gleuf ik). En verder heb ik een taalgevoel dat veel verder gaat dan de meesten, en lees ik ook veel. Dus vanuit die 2 zaken werk ik “op mijn gevoel” (waar vast wel een hoop onderbewuste kennis in zal zitten).
      De meeste correcties die ik krijg, vind ik vervelend. Terwijl ik wel wil leren. Dus of het nu is dat diegenen me erg frikkerig de les lezen, of dat ik op dit punt erg gevoelig ben, tja. Ik probeer het wel op te nemen, want de intentie is in ieder geval goed van de frikken.
      En ik ben erg blij dat ik op mijn werk mn collega’s zo ver heb dat ze nadenken over hun taalgebruik – en hoe het beter kan. Want IT-ers vinden taal lastig, terwijl juist communicatie zoveel kan helpen in het samenwerken. Maar dat lukt nu, dat voelt als een echte overwinning.

      Like

  11. Wat een fijn stuk om te lezen. Ik had het al eerder willen zeggen maar ik vind je schrijfstijl erg prettig. Je schrijft helder, en het leesritme is..rustig, licht en ritmisch? Ik kan het helaas niet zo goed uitleggen maar ik lees je stukken juist graag wegens je stijl. In mijn geval heb ik een haat/liefde(/enweerhaat) verhouding met schrijven, terwijl ik het juist makkelijk vind om andermans werk te redigeren. Het is vreemd dat ik kan zeggen dat ik goed ben in redigeren en..niet zo goed in het schrijven en structureren van eigen stukken. Alsof opeens een dikke plank voor mijn hoofd tot stilstand is gekomen.

    Like

  12. Misschien niet speciaal een blinde vlek, maar een aandachtspuntje: snelheid. Schrijven is mijn werk, dus ik ‘mag’ eigenlijk geen fouten maken, maar ik kom ze toch nog wel (later dan) eens tegen. Nu is het bloggen meer een hobby en wil ik niet continu in de taalregels zitten, maar toch..

    Like

Geef een reactie op Anita Willems Reactie annuleren