De buffer

Gisteren schreef ik dat de buffer niet zo hoog is als andere jaren en dat door tussenkomst van wat noodzakelijke uitgaven de buffer eerder omlaag dan omhoog ging. En dat er van aflossen nog niet heel veel is gekomen dit jaar.

Wat is een goede buffer? Hoe hoog zou die moeten zijn? Wanneer voelt het goed? Dat is een vraag die jullie vast herkennen.

Kathy schreef in een reactie:
‘Maar ook wij willen de buffer eerst weer wat ophogen, maar ik blijf dit moeilijk vinden wat of je hier voor moet reserveren.
Buffer voor het huis, buffer voor zorg/gezondheid. Wij zijn vijftigers en
er komt een tijd dat we daar meer geld voor moeten hebben denk ik.
Dan nog een potje voor wat plezier ook in de toekomst.
Wij ontvangen weinig pensioen en gaan er dus straks waarschijnlijk op achteruit.’


Iemand anders schreef een hele hoge buffer aan te houden om zo elke tegenslag of zorguitgave zelf te financieren, in plaats van dure verzekeringen te betalen. Op termijn wordt hier winst mee behaald.
Maar ja, wat is een hele hoge buffer? €100.000? €20.000? €10.000? Wat ik hoog vind, is voor een ander laag. De hoogte is net zo persoonlijk als smaak. En wat ik sober leven vind, is voor een ander heel luxueus wellicht. 
Natuurlijk kun je de hoogte van een buffer baseren op wat anderen in jouw situatie ook doen. Je kunt bij het Nibud de bufferberekenaar invullen. Maar ook dat zegt niet zo veel, tot weinig. Want iemand die nooit ziek is (althans tot nu toe), geeft weinig uit aan zorg en zal zich niet aanvullend verzekeren waardoor er meer overblijft om te sparen. En iemand die hobbelt van pech naar pech en een beugel nodig heeft, die is aanvullend verzekerd omdat dit wél goedkoper is in plaats van alles zelf te dragen (ja, ik heb het over mijzelf…).

Bovendien vind ik de bufferberekenaar soms wat onduidelijk. Want het houdt bijvoorbeeld geen rekening met toekomstige uitgaven als een studerend kind maar wel met vervanging van een auto. Maar, er wordt niet gevraagd hoe snel de auto zou moeten worden vervangen. Wij zijn bijvoorbeeld nu aan het sparen voor een andere auto die naar verwachting over een jaar of 4 wordt gekocht. Het Nibud telt de aanschafprijs van een auto meteen bij je noodzakelijke buffer.

Getallen zeggen niets, leefwijze, persoonlijke situatie en vaste lasten wel. Iemand raden in wat een goede buffer zou zijn, is bijna niet mogelijk zonder dat achtergrondplaatje te kennen. En dan nog? Kun je flexibel zijn op het moment dat er iets verandert in je situatie? Beschik je over veerkracht en aanpassingsvermogen? Op het moment dat hier een inkomensdaling is, zal er ook een daling in de lasten zijn. Ik weet immers goed waar de ruimte zit. Het zal alleen niet meer mogelijk zijn om veel te blijven aflossen. Dus is het dan een overweging om te verhuizen naar een goedkopere woning. En dát is dus juist weer een goede motivatie om te blijven aflossen om dat scenario te voorkomen.
Mogelijke punten ter overweging bij het bepalen van de hoogte van een buffer zijn:
Vervanging van apparaten/onderhoud aan huis
Ik houd al jaren een lijstje bij van alle apparaten in huis, wanneer ze ongeveer aan vervanging toe zijn en wat dat ongeveer gaat kosten. De totaalwaarde van die lijst bedraagt  meer dan de hoogte van onze buffer. Maar ik kijk vooral naar de uitgaven die we binnen nu en ongeveer drie jaar kunnen gaan verwachten. Dat is een leidraad voor ons. 

Pech en onvoorzien
Omdat het leven niet maakbaar is, houden we ook rekening met pech. Spullen gaan soms veel eerder kapot en soms maak je andere keuzes dan je eerder dacht. Het is fijn als daar ruimte voor is.
Lekker vaag en niet te meten: ‘wat voelt goed’?
Onze buffer nu is €7000,- . Dan heb ik het over geld dat nodig is bij pech en vervanging spullen. Niet over een studie voor kind of een andere auto, die reken ik voor het gemak niet bij de buffer. €7000 voelt voor mij net iets te laag. Komt er veel pech achter elkaar, dan is de bodem best snel bereikt. Eerder hadden we een buffer van €10.000,- dat voelde beter. Dat is iets waar ik nu weer naartoe zou willen. Dat iets beter voelt is vrij abstract natuurlijk. Want ook bij een buffer van €10.000 kunnen er dingen gebeuren die we niet op voorhand weten en waardoor je zo door je geld heen bent.
Uiteindelijk is het toch wat natte vingerwerk. Onze buffer zou hoger kunnen zijn maar wij kozen er tot nu toe voor wat overblijft na aftrek van de lasten niet op een spaarrekening te parkeren maar te gebruiken ter aflossing van de hypotheek. Kijk ik naar de verre toekomst dan is mijn beste pensioen volgens mij nog altijd een afgeloste hypotheek en daardoor maandlasten die te behappen zijn. Omdat ik ervan uitga dat we de hypotheek hebben afgelost voor ons pensioen, zijn er nog wel wat jaren dat we dan maximaal kunnen sparen, na het aflossen van de hypotheek. Maar ja, niet als ons inkomen al voor die tijd daalt.
Natuurlijk kun je ook op andere manieren de hoogte van een buffer bepalen en beïnvloeden. Je kunt bijvoorbeeld gaan ‘downgraden’ en veel goedkoper wonen. Zo ben je eerder van die hele hypotheek af. Hoe dat in zijn werk kan gaan lees je onder meer op het blog van verlossende aflossers. Of je verkoopt je huis en kiest voor een alternatief van een tiny house, zoals een vriendin van mij nu doet. Dat zijn keuzes die mensen kunnen maken. Maar die hier in huis onbespreekbaar zijn. Niet iedereen wil minimaliseren of klein wonen. Sterker nog ik moet er niet aan denken. Ik heb van mijn 18e tot mijn 36e héél tiny gewoond en geniet nu nog steeds enorm van de extra meters woonruimte die we nu hebben….
Uiteindelijk is het bepalen van de hoogte een buffer koffiedikkijken, Ik was natuurlijk heel blij de afgelopen jaren dát er een buffer was. We kunnen immers veel makkelijker dan voorheen pech opvangen. Maar het is toch een kwestie van ‘wat als’ dan ‘dit’. Gebeurt ‘dit’ niet dan is het vast ‘dat’. Het leven is niet maakbaar en de beste buffer bestaat vooralsnog uit veerkracht, creativiteit en flexibiliteit.