Het lijkt alsof wij verdwijnen
maar wij zijn er nog steeds.
Het lijkt alsof wij onzichtbaar zijn
omdat de buitenwereld ons niet ziet.
Het lijkt alsof het went, ziekzijn.
Dat doet het niet, echt nooit.
Het lijkt alsof er geen eind aan komt.
Toch houden wij hoop, tegen beter in.
Verdwijnen uit ons eigen leven,
uit het leven van onze geliefden,
slaat een groot gat in ons hart,
precies op dat ene kleine plekje
waar we ons compleet voelen.
Verdwijnen uit ons eigen leven,
niet weten of we ooit gevonden worden
en hopen dat de buitenwereld ons herkent
als we ooit weer een rentree maken.
Niet alleen heb ik angst om ziek te blijven
maar ook angst om te ontdekken
dat de wereld gewoon verder ging
zonder dat er nog plek is voor mij.
Dus wil je alsjeblieft, alsjeblieft,
een stoel vrijhouden voor mij?
Een plek in je hart reserveren?
Mijn naam niet zomaar schrappen?
Wil je mij het gevoel geven
dat ik altijd welkom blijf
en dat ik nog steeds besta, voor jou?
Misschien, heel misschien,
krijg ik dan het gevoel
dat ik niet helemaal verdwijn
en ooit weer terug kan komen
in het onwaarschijnlijke geval
dat ik ineens miraculeus herstel.
Mijn wereld is heel klein en heel groot tegelijk. Ik leef in de slaapkamer, kom niet meer buiten, op een enkel bezoekje aan het dakterras na en zie vrijwel niemand. Zo bezien maak ik weinig mee. Maar er gebeurt natuurlijk van alles in mijn wereld. Veel heftige gebeurtenissen. Enerzijds omdat wat ik meemaak heftig is. Anderzijds omdat het isolement maakt dat ik alles intenser beleef. Als ik de geur van gras ruik of meeuwen hoor krijsen, word ik overspoeld door fijne herinneringen aan momenten of sensaties.
Het lukt nog steeds om contact met de buitenwereld te houden. Alleen heb ik gemerkt dat mensen het soms moeilijk vinden te vertellen wat er in hun wereld gebeurt. Ze zijn bang mij voor het hoofd te stoten als ze vertellen op vakantie te zijn geweest of een ander hoogtepunt te hebben meegemaakt. Omdat ik ‘hier’ lig en zij ‘daar’ van alles meemaken.
Ook merk ik dat gezonde vrienden soms bang zijn om hun sores met mij te delen. Want hun zorgen en verdriet lijken, in hun ogen, niets in vergelijking met mijn sores en verdriet.
Het gevolg van het invullen van de ander van wat ik wel of niet aankan qua aanhoren van ellende dan wel meeleven met fijne momenten, is dat ik een tijd lang merkte dat er niets meer met mij werd gedeeld.
En dat is niet fijn kan ik je vertellen.
Vriendschap is uitwisselen en meeleven, er zijn voor elkaar, elkaar een schop onder de kont geven of opvangen, luisteren en lachen, slap ouwehoeren en open gesprekken. Ik kan nog steeds een vriendin zijn voor anderen. Al duurt het soms langer om te reageren en heb ik soms meer tijd nodig.
In tegenstelling tot wat er vaak gedacht wordt, vind ik het heerlijk als mensen vertellen wat ze doen, waar ze zijn geweest, wat ze meemaken. Ik kreeg deze week een kaart van een heel lief mens, ze had een klein dierenparkje bezocht. Ze schreef over het bezoek en betrok me zo bij haar fijne dag. Daar word ik blij van.
Een andere vriend zegt wel eens dat hij met andere ogen naar de wereld om hem heen kijkt. Hij kijkt met ogen die zelf niet in de buitenwereld kunnen komen. Hij maakt prachtige foto’s van de natuur, van zijn wandelingen en deelt dat met ons. Ik geniet.
Als ik een mail krijg van een vriendin waarin de dagelijkse beslommeringen worden gedeeld, frustraties of zorgen, geniet ik ook. Niet omdat ik geniet van andermans ellende, maar omdat ik voor vol word aangezien. Omdat iemand verder kijkt dan de patiënt en nog steeds mij ziet.
Als jij je leven met mij deelt, breng je de buitenwereld weer mijn leven binnen. En dat is bijzonder waardevol voor mij. Als jij je openstelt voor mij, kan ik voelen dat ik er nog steeds kan zijn voor een ander. Ook al is mijn hoofd soms vol van wat ik meemaak, mijn interesse in jou verdwijnt niet.
Als jij er bent, ben ik er ook en heb ik iets minder het gevoel dat ik verdwijn.