Niet nodig

Vreemd hoe het werkt. Zelfs nu ik bedlegerig ben valt mijn ogen op advertenties die voorbij komen op Facebook en Instagram. Het meeste negeer ik. Ik ben nooit iemand geweest die modebewust is, was nooit erg bezig met wat ik aandeed. Ik voelde me snel overdressed. Voor mij liever makkelijk zittende kleding die kapot geprakt kon worden door de katten, want dat gebeurde toch wel.

Maar schoenen en laarzen, dát was een ander verhaal. Je kon mij bij wijze van spreken elke dag de stad insturen en ik kon zonder problemen inslaan. Niet dat ik dat deed, maar ik heb toch wel een indrukwekkend aantal in de kast staan.

Op 23 december 2019 droeg ik voor het laatst laarzen. Mijn veganistische (van ananasleer gemaakt) stoere grijze met nep schapenwol gevoerde laarzen, tijdens het bezoek aan Cardiozorg. Daarna ben ik niet meer in de buitenwereld geweest.

Ik heb een kast vol met laarzen die ik niet meer draag. Vreemd genoeg kan ik zonder problemen al mijn kleding wegdoen en vervangen voor pyjama’s. Maar afscheid nemen van mijn laarzen lukt niet.

Bizar genoeg valt mijn oog nog steeds op schoenen die ik mooi vind en voel ik aandrang om ze te kopen. Zoals deze, dat is een echte “Martineschoen”.

Natuurlijk koop ik ze niet. Ik weet, het is slechts materie, ik heb het niet nodig. Maar het is ook afscheid van het idee dat ik überhaupt schoenen nodig heb. En dat schrijnt.

Daadkracht en wilskracht



Nu ik een boek samenstel, pluis ik mijn blog uit. Ik bekijk de teksten en koppel ze aan thema’s waarvan ik vind dat ze aan de orde moeten komen.

Zo teruglezend vallen mij twee dingen op: dat mijn herinneringen niet goed stroken met de realiteit. In mijn herinnering heb ik van 2013 tot 2017 redelijk goede jaren gehad. Nu ik de teksten teruglees zie ik één grote worsteling om het hoofd boven water te houden. Ook toen ging ik van PEM naar PEM. Ik kon weliswaar veel  meer doen maar het feit dat ik elke maand inklapte en dan een week plat lag, zegt genoeg. Ik had dat gewist uit mijn brein.

Het andere opvallende is dat ik alles op daadkracht en wilskracht deed. Ik denk dat we geboren worden met bepaalde eigenschappen en die twee zijn bij mij oververtegenwoordigd en zeer goed ontwikkeld.

We leven in een samenleving waar deze eigenschappen ook enorm worden gewaardeerd en zeer worden overschat. Inmiddels weet ik dat ik meer bereik met overgave en meedobberen in plaats van tegen de stroom in te zwemmen.

Wilskracht zegt geen reet als je ME hebt. Je kunt je wel van alles voornemen en op je tanden bijtend jezelf forceren, als de omstandigheden niet juist zijn, dan lukt het niet. Je kunt nu eenmaal niet alles naar je hand zetten.

Teruglezend zie ik wat een streber ik was. Ik moest en zou beter worden. Ziek blijven was geen optie. Op zich een vrij normale reactie natuurlijk. Ziekzijn maakt wanhopig. Maar je kunt wel daadkrachtig en wilskrachtig zijn, als je gebrek aan realiteitszin hebt, ga je alleen maar onderuit.

Zodra ik las dat slechts 5 % van ME geneest, moest en zou ik daarbij horen en heb ik mezelf hopeloos geforceerd. Ook zeker door het gebrek aan concrete informatie over ME. En daarbij komt: ik wist het misschien wel maar ik snapte het niet, niet echt.

Bovendien dacht ik dat ik zelf verantwoordelijk was voor het beter worden, bij gebrek aan een reguliere behandeling. Als ik maar het juiste deed, de juiste ingang vond. Dus haalde ik vanuit mijn tenen de energie die er niet was, om dingen te doen die ik eigenlijk niet aankon. In die jaren deed ik van alles, behalve accepteren dat ik ziek was. Dát ging er niet in bij mij.

Heb ik mezelf zieker gemaakt? Het mezelf continu forceren om toch te bewegen, uit angst voor deconditionering heeft er in mijn geval zeker toe bijgedragen dat ik verder afzakte. Er zijn echter stapels ME-patiënten die qua karakter anders in elkaar zitten en óók gigantisch afglijden. Ziek worden en verergeren is geen karaktertrek.

Om leren gaan met ziekte is een proces. Om leren gaan met ME is bovendien ontzettend moeilijk, gezien het stigma, gebrek aan informatie bij zorgverleners, misvattingen over de aard van de aandoening en het verraderlijke karakter van het hoofdkenmerk, de vertraagde terugslag na een inspanning.

Het eerste wat je instinctief doet als je ziek wordt, is denken aan beter worden. Dus probeer je alles uit. Met de wijsheid van achteraf zie ik dat mijn daadkracht en wilskracht me veel brachten aan hoop, symptoombestrijding en kennis. Maar het voorkwam ook dat ik de werkelijkheid onder ogen zag.

Zoals ik net schreef aan een vriend: “Ik moest leren dat stilstaan niet betekent dat ik niet vooruit kom.”

Daadkracht en wilskracht zijn prima, in combinatie met realiteitszin en overgave. Die laatste twee leer ik nu, op een vrij pijnlijke manier. Maar ik leer het wel.

Alles is anders maar blijft toch hetzelfde

Soms voelt het alsof mijn wereld
is gestopt met draaien.
Alles sterft af en gaat verloren.
Mijn leven glipt door mijn vingers.

Ik voel me soms zo aangetast,
niets lijkt nog hetzelfde.
Niets is nog hetzelfde!

Maar als het lukt even te staan
dan kijk ik gewoon naar buiten
en zie ik het hetzelfde uitzicht
wat ik al jaren mag zien.

Het park blijft het park.
In elk seizoen, met elk weertype,
het blijft het park.
Het blijft mijn uitzicht.

Alles is veranderd.
Niets in mij bleef hetzelfde.
Niets in mij voelt nog enigszins vertrouwd.
Ik verblijf continu op onbekend terrein
zonder besef hoe het verder gaat.

Maar het park is er nog steeds.
Ik kan er nog steeds naar kijken.
Het park is er nog, en ik ook.

Ik zie mezelf


Heel vaak kijken we
Genadeloos naar onszelf
Neem deze foto
Ik zie een vrouw met ontploft haar
Zie de lijnen in haar gezicht
De wallen onder haar ogen
En het feit dat ik weet
Dat zij maanden niet heeft gedoucht
Kleurt ook hoe ik naar haar kijk
Best treurig, maar wel waar

Maar ik zie ook dat ze lacht

En ze zit overeind!
Al was het maar 5 seconden
Om deze foto te maken
Ik zie dat ze op haar gemak is
Dat ze lekker in haar vel zit
Ik zie een vrouw die zichzelf is

Ik zie mezelf
En dat is fijn
Want ik was mezelf
Zo verschrikkelijk lang kwijt

Hier en daar

Repost uit de 2012:

Soms moet het even
Voelen waar ik sta
Ik wil naar daar
Maar ik ben nu hier
En weet nooit zo goed
Hoe ik daar moet komen

Dus probeer ik maar wat
Soms met grote stappen
Soms met een hinkstapsprong
Maar nog vaker met veel vallen

Wát ik ook doe
Ik blijf altijd hier
In plaats van daar

Toch is ook hier veel mogelijk
Misschien net zo veel als daar
De kunst is te blijven zien
Wat hier is en wat daar
En met een beetje geduld
Wordt hier vanzelf daar

Zo overdenk ik liggend in bed
Gevloerd omdat ik
Te snel naar daar liep
Terwijl ik hier achterbleef


©MinofMeer 🍀

(afbeelding Pixabay)

Bevrijd

Als wanhoop verandert in overgave
Dan kan ik zijn wie ik ben
Zonder mezelf nog af te vragen
Wie ik zou kunnen zijn of ben geweest

Als verdriet verandert in berusting
Dan kan ik eindelijk loslaten
Wat mijn hart zo lang vasthield
En de brokstukken oprapen

Als ik de werkelijkheid omhels
Al verafschuw ik wat er gebeurt
Dan kom ik in beweging
Ook al lig ik de hele dag stil

Als ik grapjes maak over mijn leven
Ook al is de realiteit inktzwart
Dan stijg ik uit boven mezelf
En lach zelf het hardst

Als ik droom van de toekomst
Weet ik dat het meeste niet gaat gebeuren
Maar toch fluistert mijn ziel
‘Niemand zegt dat dromen niet mag’

Als ik als hoogvlieger
Telkens weer ter aarde stort
Dan is dat geen gebrek aan realiteitszin
Het getuigt van levenslust en kracht

Als ik nu in de spiegel kijk
Dan zie ik een vrouw
Die vreemd en vertrouwd is
En die van mij eindelijk erkenning krijgt

Ik zie nu wat er is
En wat er overblijft
Maar de angst voor wat komt
Laat ik nu los

Bevrijd van een ondragelijk gewicht
Maar dát kan ook komen
Omdat de 12 kilo kat die op mij lag
Inmiddels is opgestaan

Drijfveren, motivaties, angst en gedrag


Afbeelding Pixabay

Nu ik me iets beter voel, word ik weer geconfronteerd met bekend gedrag. Ik wil te veel, te snel, te hard. Voordat jullie mij nu allemaal met een opgeheven vingertje hoofdschuddend toespreken: ik vind dat ik een medaille moet krijgen voor goed gedrag. Want ik lig nog steeds zeker 23 van de 24 uur per dag plat. Ik kom alleen in beweging om te plassen/poepen en handen te wassen. Drie keer per dag zit ik wat meer overeind in bed om te eten. Daarnaast lees ik wat, schrijf ik wat en hang ik weer wat rond op social media. Probeer dat maar eens vol te houden maand in, maand uit in dezelfde ruimte, in dezelfde hoek leven. Ook al kan ik niet anders en vermaak ik me met wat lukt, het went niet.

Maar buiten dat permanente liggen is er nog wat ruimte. Een héél klein beetje ruimte. Om bijvoorbeeld te douchen op een dag dat ik me goed genoeg voel. Of om even in de tuin te zitten waar ik, zoals mijn arts dat noemt “lekker kan gaan luisteren hoe het gras groeit“. Of om wat spierversterkende beenoefeningen te doen, waar ik ook groen licht voor kreeg. Maar het is natuurlijk wel of of. Ik moet keuzes maken. En dat vind ik moeilijk. Ik ben op dit moment net een ex-suikerjunk die een hap caramelijs naar binnen heeft gewerkt en in een impuls de bak leeg vreet. Ik wil inhalen en vooruitlopen tegelijk.


Bij alles wat ik wil doen moet ik me afvragen:
– kan dit wel?
– kan dit nu?
– is dit niet te kort op…. (vul maar iets in)?

En verder moet ik afgaan op signalen van mijn lijf. Soms voel ik me prima maar is mijn hartslag verhoogd. Soms maar iets verhoogd. Maar toch is dat een signaal dat niet genegeerd mag worden.

“Die drang om vooruit te komen wordt ingegeven door angst om stil te vallen, door doodsangst”. 



En dan nog kan ik braaf het hele rijtje afgaan, afstrepen en afvinken en braaf iets niet doen om ineens in een impuls zelf mijn kop onder de kraan van de wastafel te stoppen, omdat mijn haar baggervet is en mijn hoofdhuid jeukt. Zoals altijd lukt dat prima op het moment zelf maar kan ik twee dagen later nauwelijks mijn bed uitkomen, ik zak letterlijk door mijn benen heen.

Al die impulsen, al die drijfveren komen ergens vandaan. Ik besef dat ik me vaak forceer omdat daar een grote angst achter zit. Angst om één van de vele ME-patiënten te worden die permanent in bed ligt. Nu er iets meer kan en ik heel gedoseerd keuzes moet maken wáár ik me op ga richten, kan ik niet kiezen. Nu meer dan ooit moet ik heel geduldig zijn. Maar ook nu meer dan ooit heb ik het gevoel dat ik geen tijd heb. Ik ben bang dat ik straks met stralend weer nog steeds opgesloten zit in mijn slaapkamer. Dat het zomer en weer herfst en winter wordt zonder dat ik dat zelf ervaar.

De angst dat het niet beter wordt dan dit, maakt dat ik te vaak onverstandige keuzes maak die op korte termijn voor veel geluk zorgen. Douchen na drie maanden niet kunnen douchen is beter dan sex. Buiten in de tuin zitten na gewoon de hele herfst en winter te hebben overgeslagen om buiten te komen, is een genot, zó groot, daar zijn geen woorden voor.

Het is goed om daar bewust van te zijn. Om te zien dat die drang om vooruit te komen wordt ingegeven door angst om stil te vallen, door doodsangst. Misschien kan ik visualiseren dat ik word overgenomen door een vrouw die wél dat geduld heeft om ondanks alle angsten rustig de tijd te nemen in een tempo dat goed voor haar is activiteiten op te pakken. Zonder belemmerende gedachten als “ik moet dit voorjaar in de tuin kunnen zitten anders wordt het nooit meer wat“.

Dus als jullie me nu even excuseren, dan laat ik me instralen door een betere versie van mezelf.