Dibbes en de afplaktape

Dibbes woont nu drie jaar bij ons. In mei 2013 zat hij ineens in de tuin, schuw, mager en half blind. Vertrouwen winnen ging heel moeizaam maar in september lukte het om hem te aaien en vandaar uit maakte hij grote sprongen. In oktober brachten we hem naar de dierenarts voor een algehele check, sterilisatie, chippen en een oogoperatie, aangezien hij entropion had, een aandoening waarbij de wimpels naar binnen groeien.

Daarna kon het echte werk beginnen want hij moest aan alles wennen en was erg onzeker en schrikkerig. Dibbes is een kat van extremen, hij kan héél erg ongelukkig en onzeker zijn maar ook genieten als geen ander.

Dat we na een jaar nog een zwerfkat – en zijn evenbeeld – adopteerden was wel een kleine verstoring in het prille adoptiegeluk. Maar nu we weer twee jaar verder zijn sinds Gerrie hier kwam, is er wel een acceptatie ontstaan. Ze spelen – heel voorzichtig – met elkaar en zijn niet langer elkaars vijanden (dat waren ze op straat wel, elkaars concurrenten om eten).

Dibbes heeft heel langzaam meer zelfvertrouwen gekregen. Al moeten we hem nog wel door spannende tijden heen loodsen. Oudejaarsavond en dierenartsbezoeken worden vooraf gegaan aan weken van zylkène slikken, een antidepressivum voor katten dat net overal de scherpe randjes vanaf haalt. En wat het ene jaar nog niet lukte – hem naar de dierenarts brengen voor controle – lukte de erop volgende jaren wel. En ook daar leerde hij van. In de mand ergens naar toe gaan betekent altijd dat hij ook weer mee terug mag. Na een kleine ingreep aan zijn gebit vorig jaar, regelde ik het zo dat ik bij hem mocht blijven toen hij onder narcose ging en ik was ook de eerste die hij zag toen hij weer bijkwam. Al deze stappen hebben een band gesmeed en vertrouwen tussen ons gebracht. Hij is bovendien niet meer vooral alleen op mij gericht maar hecht zich ook aan andere gezinsleden en aan mensen die hier regelmatig over de vloer komen.

Dat de angst en onzekerheid nog steeds zeer aanwezig zijn, zag ik deze week. In de huiskamer stond een grote lege doos. Dibbes is als echte kat dól op dozen dus sprong hij erin, eruit, erin, eruit. Om vervolgens ineens als een idioot heen en weer te rennen, trap op, trap af. Volledig in paniek. Er bleek een stuk tape aan zijn staart te zijn vastgeplakt. In die doos zat blijkbaar van dat afplaktape waar je dozen mee dichtmaakt en dat hing aan zijn staart.

Wat volgde was een regelrecht drama met een Dibbes die niet kon stoppen met rennen en een Gerrie die dacht dat er een leuk spelletje gespeeld werd en achter Dibbes aan ging hollen. Het werd al snel levensgevaarlijk omdat hij in zijn angst ook de straat op vloog waar auto’s pal op de rem moesten staan om hem niet plat te rijden. Uiteindelijk rende hij weer het huis in, naar boven naar de kamer van S. Daar verstopte hij zich onder bed. Eerst lag hij volledig verstijfd maar al snel kreeg hij een soort toeval van angst. Hyperventileren, schokken met zijn hoofd, rollende ogen. Eng om te zien en echt heel zielig. Ik kon er bovendien niet goed bij want onder het bed ligt een logeermatras en daar lag Dibbes op. Er bleef dus te weinig ruimte over om zelf ook onder het bed te kruipen.

Uiteindelijk ben ik plat op mijn buik gaan liggen en ben met mijn ene hand hem gaan aaien en met de andere hand op zoek naar zijn staart gegaan. Hij reageerde na een paar minuten goed op mijn stem en mijn aanhalingen dus hij kalmeerde iets. Toen snel met een ruk dat klotetape eraf getrokken. Hij vloog onder het bed vandaan en ging plat op de grond liggen. Daar kroop ik naast hem en toen moesten mens en dier even van de consternatie bijkomen.

Sindsdien is hij echt weer terug bij af. Hij kan zich wel redelijk ontspannen maar bij elke vreemd geluidje dat hij hoort – gekuch, geritsel van papier, gillende mensen in het park – springt hij op en verstopt zich. Best zielig.  Het positieve is wel dat het me lukte om in zijn ergste paniek tijdens die aanval tóch contact met hem te krijgen en hem te kalmeren. Dat betekent dat er echt veel vertrouwen is gegroeid. Dus moet hij nu even door deze periode heen. Het komt wel weer goed.

10 jaar Moos

Vandaag 10 jaar geleden koos Moos ons huis uit om aan te lopen. En wat was het een schot in de roos. Twee dagen daarvoor was mijn vader overleden en wat bracht dit kleine katertje een pret in ons huis vol verdriet. Net als al onze katten, kwam Moos ook met wat bagage. Dit keer in de vorm van een zeer ernstige navelbreuk. Natuurlijk hingen we in de buurt overal foto’s van hem op en meldden hem bij Amivedi aan en maar niemand belde op of aan om deze kleine zwarte kat met een overduidelijk probleem op te eisen..

Op de dag van de crematie van mijn vader brachten we hem voor de plechtigheid naar de dierenarts en erna haalden wij hem geopereerd, gechipt en gecastreerd weer op en kon zijn leven als huiskat beginnen. Was hij in het begin nogal dominant en had hij last van mood swings, de laatste jaren is hij steeds liever en zachter geworden, ook naar andere katten toe. De zwervers werden getolereerd en opgenomen. Zolang hij lekker eten en een aai op zijn tijd krijgt is het goed voor Moos.

Familie

Ex-zwerver Gerrie woont nu ruim een jaar bij ons als je-weet-wel-kater. Sinds september 2014 zijn wij bezig geweest hem te socialiseren en te wennen aan het huis en ons. Dat had nogal wat voeten in de aarde want hij was extreem schuw en niet gewend om aangeraakt te worden. Toen hij zich eenmaal door mij liet aaien, lukte het zo rond maart 2015 ook om hem bij de dierenarts af te leveren voor een castratie, chippen,  controle en zo. Daarna begon het leven als huiskat en heel langzaam maakten we vorderingen. Want waar Dibbes, onze andere ex-zwerver, veel toegankelijker is in zijn affectie, bekijkt Gerrie alles graag van een afstandje en met gepaste terughoudendheid. Aaien mocht, maar dan alleen de kop. En na maanden de kin. Soms. Pas na een heel lange tijd werd er een buik aangeboden en een paar dagen geleden smaakte ik voor het eerst het genoegen van een Gerrie die op zijn rug lag en met 4 poten omhoog lag te luchtprakken terwijl ik hem overal mocht kriebelen en aaien.

elke dag samen een middagdut doen

De terughoudenheid wordt dus steeds minder. Waar hij in het begin vooral op mij alleen gericht was, zoekt hij nu ook meer contact met de andere huisgenoten, speelt steeds vaker met de andere katten en wordt wat zelfverzekerder. Toen we onlangs een week op vakantie waren, liet hij zich ook goed benaderen door de oppas, een pak van mijn hart.

De gelijkenis tussen Dibbes en Gerrie viel ons onmiddellijk op. Twee zwerfkatten die ongeveer op hetzelfde moment hier in de straat opdoken en die erg op elkaar lijken. Nu ze allebei hier in huis wonen is het vermoeden dat het broers zijn alleen maar sterker geworden. Niet alleen qua uiterlijk maar ook qua gedrag zijn er overeenkomsten. Op dezelfde manier willen knuffelen met de kop helemaal schuin, allebei een slechte motoriek, allebei erg onhandig, zelfs het miauwen lijkt op elkaar. Volgens mij komen ze uit hetzelfde nest.

Bij Dibbes werd eind vorig jaar door de dierenarts een hartruis geconstateerd. We gingen daarom in februari voor verder onderzoek naar het dierenziekenhuis in Amsterdam voor een hartecho en daaruit bleek dat hij ook een verdikte hartspier heeft. Dit kan duiden op HCM, een veel voorkomende hartziekte. Volgend jaar moeten we terugkomen om opnieuw een hartecho te laten maken. Is de verdikking dan niet erger geworden, dan mogen we weg blijven en heeft hij ‘gewoon’ een verdikte hartspier en een hartruis. Maar indien het wel erger is geworden, dan moeten we rekening houden met HCM.
Het is goed dit in de gaten te houden, zodat we ook op tijd met eventuele medicatie kunnen starten.

Omdat we vermoeden dat de heren uit hetzelfde nest komen, waren we dan ook niet heel erg verbaasd dat vandaag ook bij Gerrie een hartruis is geconstateerd. Net als bij Dibbes was er ten tijde van de castratie een jaar eerder nog niets te horen maar nu wel. Dat betekent dat daar zich iets aan het ontwikkelen is. Of niet. De hartruis was nog te vaag om alarmerend te zijn, ‘maar’ zei de dierenarts opgewekt, ‘het kan soms ook zomaar gebeuren dat een kat met een hartruis ineens dood neervalt’.

Ja. Nou, we gaan uit van niet. Gelukkig kregen we wel de tip mee om de ademhaling in rust in de gaten te houden. Die hoort bij een kat tussen de 20 en 40 per minuut te zijn. Een ademhaling die ineens hoger wordt, is vaak een vooraankondiging van problemen. Door de ademhaling eens per week te meten bij de heren, zouden we veranderingen vrij snel moeten kunnen opsporen en kunnen we in actie komen. Natuurlijk meteen even gemeten later op de dag en de mannen hadden allebei een ademhaling van 22 per minuut terwijl ze hun middagdut lagen te doen.

Buiten dit viel het bezoek aan de dierenarts reuze mee. Het is altijd een enorm gedoe om Dibbes in de mand te krijgen dus dat gaat met veel drugs voor kat en mens en kost bakken energie. Maar Gerrie is veel rustiger van aard. Hij liet zich vrij makkelijk in de mand stoppen en bleef in contact met mij. Kopjes geven als ik mijn vingers door het traliehek stak, naar me luisteren als ik wat tegen hem zei. Heel wat prettiger dan Dibbes die echt volledig door draait. Gelukkig lijken ze daarin niet op elkaar.

Gaan we nu weer verder met luchtprakken en knuffelen….

Smoes en zijn schaduw

Als ik uit het raam kijk,
loopt Smoes net voorbij
En twee meter achter Smoes,
hobbelt Dibbes.
Dibbes achtervolgt Smoes,
al 2 jaar,
altijd.
Smoes kijkt achterom.
Zal ik hem afschudden‘?
Ik zie het hem denken ;-).
Smoes schiet ineens
links de steeg in,
net op het moment
dat Dibbes even niet oplet.
Dibbes komt tot stilstand?
Hè?
Waar is Smoes?
Net was hij nog hier!
Kijkt naar links en naar rechts.
Loopt dan maar rechtdoor.
Smoes rent de steeg weer uit.
Hup, zo de straat op.
En natuurlijk nét op dat moment,
kijkt Dibbes achterom.
Dáár is Smoes!
Ik was je kwijt!
Ik kom eraan hoor!
Ik zie Smoes weer voorbij lopen.
En Dibbes er weer achteraan,
Smoes gaat rennen,
Dibbes ook.
Smoes zit stil,
Dibbes ook.
Smoes komt weer in beweging
en Dibbes doet met hem mee
Smoes heeft een schaduw,
die iets dikker is dan het origineel.
Vrienden voor het leven,
tegen wil en dank. 

Kat in beeld (en soms een mens)

Zomaar wat foto’s, van de afgelopen weken van wat huiselijk geluk met vooral katten maar ook een kind en een boom. Omdat ik daar blij van word. Alleen de man staat er niet op, maar ik word wel blij van hem hoor.

Deze post is natuurlijk niet te pruimen voor mensen die niet van katten houden die dus moeten maar snel wegklikken….volgende keer beter zeggen we dan!


Met kwijldruppels als bonus!

Over zaken die het hart aangaan…

Voor wie hier leest voor de blogs over geld, nog even geduld, maandag plaats ik een bericht over hoe het staat met het meer loslaten van het tot de nul budgetteren. Nu gaan we even verder met het dierenziekenhuis…

In december constateerde de dierenarts een hartruis bij Dibbes. Gisteren zijn we naar een dierenziekenhuis in Amsterdam gegaan om met behulp van een hartecho te laten onderzoeken of deze hartruis de voorbode is van een hartaandoening.

Voor wie hier al langer mee leest weet dat het een heel gedoe is om Dibbes in een reismand te krijgen. Wel is het zo dat het steeds beter gaat. Hij doet er nu af en toe ervaring mee op en weet  inmiddels dat in de mand gestopt worden, betekent dat hij dan aan het eind van de dag gewoon weer thuis is. Evengoed is er wel wat drugs voor nodig om alles in goede banen te leiden. Dus slikte hij de week er aan voorafgaand al zylkène om hem wat vrolijker en meer ontspannen te maken. Donderdagavond maakte ik de kleine kamer in orde, ik zette de reismand daar neer, deed er een lekker kleedje in en spoot rijkelijk met kattenkruidspray. En wat deed die schat, hij stapte zo de mand in. Helaas 10 uur te vroeg maar het goede begin was er!

Omdat hij nuchter op de afspraak moest verschijnen, vertelde ik tot vervelens toe aan de huisgenoten dat ‘de katten geen eten krijgen bij het opstaan vrijdag, niet vergeten hoor!‘ Voor de zekerheid kladde ik dat ook op een groot vel papier en legde dat op het aanrecht. En schoot alsnog om 4 uur in de nacht wakker omdat ik me realiseerde dat geen eten geven betekende dat ook eten dát al gegeven was maar niet opgegeten, afgepakt moest worden. Dus hobbelde ik naar beneden om de bakken met droge brokken weg te halen. Omdat ik niet écht wakker als in helemaal wakker wilde worden, deed ik het licht niet aan en stapte per ongeluk op een staart. Dus toen toch maar het licht aan gedaan om te zien wie de ongelukkige was, maar ik zag geen gekwetste ziel, integendeel ze zagen er allemaal heel verwachtingsvol uit, ik had immers de bakken met brokken in mijn handen. Dan maar even naar de plee en vervolgens was ik wakker en blééf ik wakker, een goede begin van de dag dus ;-).

drugs toegediend, beetje onzeker over wat er gaat komen

Afijn, om een uur of 9 kreeg Dibbes zijn drugs en daarna sloot ik me met hem in het kleine kamertje op. Dat doe ik omdat ik niet wil dat hij de trap aflazert of door de huiskamer gaat zwalken. In deze kamer staat een bed en hij blijft dan meestal gewoon bij mij in de buurt tot hij steeds slomer wordt. Dan is het een kwestie van hem na een uur of 2 in de mand stoppen. De eerste keer was dat een drama maar tegenwoordig lukt dat goed en krijgt hij geen paniekaanval meer. Dus we krijgen er al een aardige routine in. Enige kink in de kabel dit keer was dat Gerrie enorm ging zitten jammeren aan de andere kant van de deur en dat Dibbes daar wat onrustig van werd. Volgens mij was het pure pisnijd van Gerrie – je zit in een kamer met Dibbes en hij krijgt nu meer aandacht! – en had hij natuurlijk niet door dat het niet bedoeld was als extra knuffeltijd.

In het dierenziekenhuis aangekomen waren we snel aan de beurt. Dibbes liet alles gelaten over zich heen komen al was het overduidelijk heel eng voor hem. Maar zo lang hij flink geaaid werd door M. en mij was het goed. Toen M. even stopte met aaien omdat hij op het beeldscherm van de echomachine keek, raakte Dibbes meteen in paniek. Het is ook nogal wat: okseltjes geschoren, gel erop en daarna 20 minuten in een soort houdgreep gehouden worden om een echo te laten maken. 

Wat ze zagen was een hart dat het goed deed, geen lekkende hartkleppen maar wel een verdikte hartspier. En dat is niet de bedoeling want het kan de voorbode zijn van HCM, een ziekte die veel bij katten voorkomt en uiteindelijk leidt tot hartfalen.

Omdat hij verder in stralende staat is en geen klachten heeft, kan het ook ‘gewoon’ een verdikte hartspier zijn. Over een jaar moeten we nogmaals een hartecho laten maken. Zou het HCM zijn dan zou er een bepaalde mate van progressie van deze aandoening te zien moeten zijn op een echo. In de tussentijd moeten we letten op zijn ademhaling, gaat die snel of wordt hij hijgerig, dan moeten we eerder langskomen.

Het is natuurlijk wel jammer dat we niet echt zijn gerustgesteld want eigenlijk weten we nu nog niets. Toch vind ik het fijn om te weten waar we op moeten letten, dat de kans aanwezig is dat hij HCM ontwikkelt en is het goed om dit in de gaten te houden. En hebben we voor nu wat Dibbes betreft even rust….

mens en dier liggen bij te komen na enerverende ochtend…

Toenadering

Op kattengebied is toenadering het woord van de laatste tijd. Op alle gebieden. Onderling, tussen mens en kat, tussen kat en mensen buiten het gezin. Heel fijn om te zien.

Dibbes is na 2,5 jaar zover dat hij niet meer obsessief op mij gericht is. Hij was al erg op zijn gemak bij M, maar de laatste paar maanden zoekt hij nu ook toenadering tot anderen. Bij S. door echt om knuffels te vragen en uitgebreid tegen hem aan te liggen:

een goed gesprek

Maar ook naar anderen toe, Hij heeft al een paar keer bij Oma op schoot gelegen, vraagt aandacht van bezoek, en heeft na een aanvankelijk aarzeling zelfs half op de voet liggen rollen van een ex-collega die hem bij wijze van omkopen (hij vond haar eerst een beetje eng) wat lekkere brokjes gaf.

Gerrie zoekt ook meer toenadering. Met mij zet hij tegenwoordig stappen die verder gaan dan alleen voorzichtig naast me liggen. Hij ligt nu vaak op schoot en soms vind ik hem in de nacht zelfs naast me liggen met zijn hoofd op mijn kussen. Ik weet het, ik ben een watje, maar ik vind dit lief.

Hij probeert ook steeds meer bij de andere katten, met wisselend succes. Vooral omdat hij niet goed weet hoe hij het aan moet pakken en nog steeds niet kattensignalen voldoende begrijpt. Eigenlijk is alleen Smoes gediend van meer toenadering omdat deze kat over het algemeen wel alles best vindt tegenwoordig. Dus betrapte ik ze laatst op een knuffelsessie waarbij Smoes flink werd afgelebberd door Gerrie. Dat was niet eenmalig, want zojuist betrapte ik ze weer en nu had ik een camera in de buurt….

wil wel knuffelen maar hoe pak ik dat aan?

eerst maar eens synchroon zitten, werkt meestal wel goed

 

en hop, ik doe het gewoon!

doe ik goed he?

ja ho maar, denkt Smoes, genoeg!
even gapen want ik weet me geen houding te geven
is toch mooi gelukt!

en Smoes kan weer verder dutten

Kattenjournaal – Dibbes

Begin november hebben we Dibbes laten enten bij de dierenarts. Dat dit lukte was een grote overwinning. In tegenstelling tot het jaar daarvoor kregen we hem nu wel in de mand. Weer een jaartje wijzer in kattenzaken besloot ik 2 weken voorafgaand aan het bezoek met zylkene te starten. Een middel dat net de scherpe randjes er van af haalt. Dat, en een spierverslapper op de dag zelf, zorgde ervoor dat ik hem relatief makkelijk de mand in kreeg. Evengoed kreeg hij daarna een paniekaanval die de mand zowat van tafel deed flikkeren maar na een tijdje sloeg dat om in volslagen passief gedrag. Hij deed niets meer, kroop in een hoek en ging afwachten.

Bij de dierenarts was hij zo mak als een lammetje en liet alles gebeuren. Hij kreeg zijn spuiten en werd gecontroleerd. Hij was iets te zwaar (meer Dibbes is altijd goed volgens Dibbes maar ook katten hebben schijnbaar een ideaal BMI) en helaas, één van zijn kiezen was rot. Vandaar die soms wat overweldigende stank als hij ons aflebberde.

Rotte kies betekent trekken van rotte kies en dat betekent narcose. Om Dibbes (en mezelf) even kans te geven weer bij te komen, maakten we een afspraak voor begin december en vertrokken weer naar huis. Daar aangekomen werd ons beertje echt overweldigd door geluk dat hij weer thuis was, zonder napijn of enge toestanden. Hij heeft met zijn zwerfverleden ongetwijfeld angsten ontwikkeld en de heftige operatie aan beide ogen aan het begin van zijn bestaan als huiskat hier, zal bepaald niet hebben meegewerkt aan het ontwikkelen van vertrouwen.

Precies 4 weken later herhaalden we de zylkene en spierverslapper truc en brachten hem naar de dierenarts. Daar kregen we een kleine tegenvaller te verwerken. Dibbes heeft een hartruis. Dat kan worden veroorzaakt door bijvoorbeeld hoge bloeddruk, een oude ontsteking of door een hartziekte. Het is wel goed te weten wat de oorzaak is want in geval van een hartaandoening kan het zijn dat de kat nog geen klachten heeft maar dat er wél risico’s zijn, bijvoorbeeld bij een narcose. Hij kan natuurlijk klachten gaan ontwikkelen en het is goed te weten wat er eventueel kan gebeuren. In sommige gevallen kan er zelfs preventief met medicatie worden gestart om problemen binnen de perken te houden. In alle gevallen kan een hartziekte de levenskwaliteit en verwachting van de kat beïnvloeden en ik vind het prettig om te weten waar we aan toe zijn.

bijkomen van de narcose onder een dekentje

Om de oorzaak van de hartruis te achterhalen moet er een hartecho worden gemaakt in en dierenziekenhuis in Amsterdam. Maar voordat dit kan gebeuren moest eerst die rotte kies eruit, met een narcose die dus ineens een stuk spannender werd.

 Op voorhand had ik al besproken met de dierenarts dat ik bij het onder narcose brengen én het weer bijbrengen aanwezig zou zijn. Dit vanwege zijn angstige karakter. Ik had het idee dat het goed voor hem zou zijn niet alleen te zijn bij het inslapen en ook weer alleen wakker te worden in een hokje. Dus was het laatste wat hij zag mij en was ik ook de eerste die hij weer zag toen hij werd wakker geprikt. Voor sommigen zou dat alleen al een traumatische ervaring opleveren maar Dibbes is verblind door liefde voor mij en dat pakte dus goed uit. Tussendoor zat ik bij mijn moeder die boven die dierenartspraktijk woont. Toen ik gebeld werd dat alles goed was gegaan en ze hem wakker gingen maken,hoefde ik dus alleen maar naar beneden te rennen ;-).

Op mijn verzoek hebben ze niet één, maar twee kiezen getrokken. Die tweede kies was een twijfelgeval, niet heel goed maar ook niet zo rot dat hij meteen moest worden getrokken. Maar liever nu iets te veel eruit dan over een jaar alsnog die kies moeten laten trekken en weer onder narcose, wat dus door die hartruis mogelijk meer risico’s inhoudt.

En toen weer terug naar huis. Na 1,5 dag was hij weer het heertje en meer dan dat. Ik geloof dat hij ervan heeft geleerd: soms ga ik in de mand maar in alle gevallen kom ik weer terug. Niet leuk maar ook niet heel erg. Het is fijn te zien dat we in 2,5 jaar tijd toch zoveel met hem hebben kunnen bereiken.

De hartecho wordt 12 februari gemaakt en we krijgen meteen de uitslag. Een eventuele behandeling zelf kan gewoon wel door onze eigen dierenarts worden gedaan. Natuurlijk hoop ik dat er niets ernstigs aan de hand is. Maar als dat wel het geval is dan zijn we er in ieder geval op tijd bij.  Ik zie er wel wat tegenop, weer het hele gedoe van hem in de mand moeten zien te krijgen maar het is nu twee keer achter elkaar heel goed gegaan dus ik heb er vertrouwen in. En Dibbes zelf verkeert nog in gelukzalige onwetendheid….

Dibbesdingen

Zeg wat is dat!
Een doos.
Wat zeg ik.
Mijn doos!
Van mij!
Ik wil erin.
Maar hoe?
Dan maar papier slopen
Hard werken hoor!
Valt nog niet mee,
om Dibbes te zijn
en in een doos te kruipen.
O, wacht eens.
Nou gaat het mens
op de bank zitten.
Moet ik dáár weer heen…
Druk, druk,
valt allemaal niet mee…
 zo liggend op een stapel dekens.
Nou maar hopen 
dat zij blijft zitten.
Want anders moet ik
ook weer opstaan.
Zo gaat dat,
ik hobbel de hele dag
achter de opperkat aan…

Smoes

Twee weken geleden had kat Smoes ineens een dikke wang. Op naar de dierarts dan maar. Daar was het zo’n gruwelverhaal van als je in de wang drukt, dan spuit het er via de bovenkant van de kop uit. Echt. Getver. Afijn, met een uitgeknepen kat voorzien van antibioticaspuit en pillen togen we weer huiswaarts en kreeg het normale leven weer doorgang.

De nacontrole sloegen we over want we kregen hem niet in zijn reismand. Dat we Dibbes 5 minuten daar voor in een mand hadden gestopt en dat die zo hard blerde dat de buren kwamen vragen wie we aan het martelen waren droeg bepaald niet mee aan het in de mand stoppen van Smoes. Die zat onder ons bed en bleef daar zitten. Maar ach, hij gedroeg zich normaal, de wang was weer dun en ik had alle dagen gevoeld en voelde niets.

Tot afgelopen zaterdagavond. Hij lag bij mij op schoot en zijn wang voelde wat warm. Dacht ik. Maar ik zag niets. Dacht ik. Of toch wel? M. dacht ook wel of niet iets te zien en te voelen. En Smoes liet alles toe en was vooral hard aan het knorren. Zondagochtend was het echter duidelijker te zien. De wang was dik en werd met de minuut weer dikker. Omdat ik niet wilde wachten tot het spreekuur van maandag (vind ik eng, want vorige keer had hij ook hoge koorts) zocht ik op welke dierenarts weekenddienst had. Dat was onze eigen dierenarts. Dat vind ik dan altijd een stuk prettiger, ik ben fan van onze eigen dierenkliniek.

Inderdaad weer een abces, waarschijnlijk hetzelfde abces. Het was nog niet rijp en dus kon het niet worden opgemaakt. Dus weer een spuit erin en pillen mee. Als het groter wordt moeten we terugkomen om het te laten opensnijden. Maar het is niet groter geworden, dus waarschijnlijk slaat de medicatie aan. In dat geval moeten we vrijdag terugkomen voor controle. Die ik nu zeker wel ga doen. We denken dat een andere kat met Smoes gevochten heeft. Smoes vecht zelf niet, niet uit zichzelf, heb ik hem nooit zien doen. Maar hij staat wel zijn mannetje als het moet. Waarschijnlijk is er iets – een nagel? – achtergebleven in zijn wang. Zo lang dat er zit, blijft dat abces natuurlijk terugkomen, Maar dat bespreek ik vrijdag wel met de dierenarts.

schattige Smoes zonder abces en met knuffel

Zo wordt het al met al een dure maand. We hadden al wat extra kosten. Nu twee keer met Smoes naar de dierenarts. Volgende maand moeten we met Dibbes terugkomen om een rotte kies te laten verwijderen. De kraan in de keuken is kapot. Mijn mobiel is in staat van ‘bijna gaan hemelen’. De latop ging kapot en hebben we vervangen….

Tegenover deze financiële pech staat ook een meevaller. We kregen wat geld uit de erfenis van opa. Dat geld hadden we bestemd als start om te sparen voor een dakkapel op zolder. Maar nu hebben we toch een deel gebruikt om bovenstaande pech op te vangen. Om de buffer niet nóg verder te laten zakken. Want die is al behoorlijk geslonken dit jaar.

Zo naderen we het moment dat we straks de laatste aflossing van dit jaar gaan doen en dat we volgende jaar met kleinere bedragen gaan aflossen. Een heel hoog gegrepen aflosdoel is natuurlijk heel leuk, vooral als het er naar uitziet dat we het gaan halen en ik wil het nu ook heel graag halen. Maar stiekem ben ik wel blij dat we volgend jaar weer overgaan op kleinere bedragen aflossen. Want door het jaar heen gebeuren er nu eenmaal pechdingen die geld kosten of doen we gepland onderhoud aan het huis en dat geld zal weer moeten worden bij gespaard. Dat is ons dit jaar niet voldoende gelukt. Dat maakt niet uit, dat gaan we dan volgend jaar gewoon weer doen.

ps: voor het geval je afvraagt waarom Smoes Smoes heet, die naam heeft S. bedacht. Het is natuurlijk een beetje een rare naam maar zeg dat maar eens tegen een (toen) 3 jarige kleuter.