Vaste lezers kennen mij als iemand die nogal zwart-wit kan zijn, voor mezelf dan, Voor een ander heb ik regelmatig meer begrip en compassie. Maar gaat het om mezelf dan verander ik ineens in een commando met een 5-jarenplan en doelen, lijkt wel. Wie wil veranderen – lees: zichzelf ook wat meer compassie gunt – krijgt vaak te horen dat er uit de comfortzone dient te worden gestapt.
Daar ben ik druk mee bezig. Ik stap wat af ;-). Eigenlijk ben ik daar al heel lang mee bezig. Ziek worden heeft vaak tot gevolg dat wat je kon, niet meer kan. Wie je was komt daarmee ook op losse schroeven te staan. Oude patronen en gedraging moeten worden los gelaten. Soms omdat dit fysiek noodzakelijk is, maar soms gewoonweg als overlevingstactiek.
Maar toen ik nog gezond van lijf en leden was (rare uitdrukking eigenlijk) stapte ik ook vaak uit mijn comfortzone. Ik denk dat ik wel eens degene zou kunnen zijn die heeft bedacht dat je daar uit moest stappen! Er was namelijk geen structuur aanwezig in mijn leven, het enige constante was dat er geen constante was. Altijd op zoek naar wat er om de hoek gebeurde. Altijd op zoek naar verbetering of het nieuwe en onverwachte. Zat ik in een baan en vond ik mezelf ingekakt, hup, baan opgezegd. En niet een andere baan zoeken, maar nee, meteen een ander beroep uitoefenen. Iets niet kunnen was zo’n beetje het ergste wat ik kon bedenken, dus heb ik me met enige regelmaat gestort op het aanleren van zaken waar ik de ballen verstand van had maar die me hoogst noodzakelijk leken en die me weliswaar niet verder brachten in het leven maar me wel enige tijd vermaakten.
Je kunt ook té vaak uit de comfortzone stappen, zo heb ik geleerd. En ik denk dat ik het één keer, misschien wel twee keer te veel heb gedaan. Toen ik ziek werd, ben ik vervolgens erg op mezelf terug geworpen, alles speelde zich vooral in mijn hoofd af, omdat ik jaren plat lag. Dus werd dat hoofd buitensporig belangrijk voor mij. Ik kan plannen maken met mijn hoofd, schrijven, fantaseren, terugblikken, vooruitblikken en hele reizen maken als het hier en nu niet bevalt. En dat is vaak zo. Altijd moe, vaak pijn, ja, dat word je best wel eens zat. Heerlijk dat het hoofd dan ontsnapping biedt door steeds meer gedetailleerde verzinsels of overlevingstactieken te bedenken.
Het is menselijk om tactieken te verzinnen om met terugslag of onzekerheid om te gaan. En die tactieken liggen in eerste instantie vaak in het verlengde van wat onze kracht is. Maar diezelfde kracht kan zich ook tegen je keren en iets worden wat je onderuit haalt. Alles heeft een keerzijde en houdt elkaar daarmee misschien eerst in balans maar daarna in een wurggreep, ’t is maar hoe je het bekijkt. Ergens onderweg is dat hoofd dat hoge vluchten neemt een korset geworden dat me overeind houdt maar dat me ook in de weg zit en is gaan knellen.
Nu kun je op verschillende manieren dat korset losmaken. Afrukken en ritueel verbranden is iets dat me zeker aanspreekt, want ik houd wel van drastisch doen en wat drama, maar dan? Nadenken over wie ik ben en hoe ik dingen aanpak, lijkt zinvoller. Maar ook dat werkt niet echt. Want hoewel ik de tips van een lezer over de Briggs MBTI-types en de manieren om bepaalde zaken van jezelf te versterken, heel interessant vond, vond ik mezelf daar ook al weer terug in mateloos gedrag. Niet 1 testje doen maar wel 2,3,4. En dan ontdekken dat er twee verschillende types uitkomen. Dus alles lezen over die types en in de bieb kijken of er boeken zijn over MBTI typeringen, blablabla.
Dit doet denken aan de onschuldige opmerking van de acupuncturist in het voorjaar die nogal achteloos zei dat ik meer verwarmend voedsel moest gaan eten. Voor ik het wist was ik bezig met een voedselverwamingsplan met behulp van schema’s, boeken en kruiderijen die me een vermogen hebben gekost, mijn darmen van slag brachten en mijn hoofd deden ontploffen.
Beter is het om eens alle theorie en het gerichte zoeken los te laten. Ik schreef laatst al: ik moet meer gaan spelen. Spelen binnen de beperkingen die er zijn, Want die zijn er nu eenmaal. Maar ook dan kan ik – zonder een boek erover te lezen – bedenken wat ik nodig heb in het hier en nu. Want daar gaat het altijd om: door het eeuwige zoeken en lezen over verbetering ben ik altijd bezig met wat er hopelijk in de toekomst gebeurt. Maar ik leef nu. Kan ik vaker denken: wat heb ik nu nodig? Wat zou mij nu een fijn gevoel opleveren? Houdt wat ik nu doe, een overprikkeling in stand of niet?
En nou niet allemaal gaan roepen dat ik een cursus Mindfulness moet gaan doen, want die deed ik al. En yoga. En mediteren, Tai Chi, Qi Gong, haptonomie, gedragstherapie, chakralezing, NEI…. Noem maar iets op waar je ontspannen van wordt en wat zelfkennis bevordert, ik deed het. Aan de (zelf)kennis schort het niet. Wat ik inmiddels wel door heb is dat het er niet om gaat wat je doet maar hoe je het doet en met welke intentie en welke lading je er aan geeft.
Ik denk overigens niet dat ik uniek ben met mijn gedrag en mijn hoofd. Ik zit dan toevallig thuis op de bank en bedenk tactieken om mijn leven zinvoller of prettiger te maken omdat de dagelijkse realiteit vaak pijnlijk is en niet wat ik koos of had gehoopt. Maar jij zit misschien op kantoor met vervelende collega’s en moet hoog nodig leren nee zeggen tegen de constante vragenstroom. Dat is wellicht ook niet wat je koos of had gehoopt.
We worden vaak overvraagd en daarnaast overvragen we onszelf ook vaak. Omdat we vast zitten in beelden over hoe we willen zijn en in gedragingen die ons ooit iets opleverden. Maar dat is niet in beton gegoten. Dus: kan ik veranderen zonder te veel de nadruk op het veranderen te leggen? Welke accenten wil ik gaan leggen om mezelf meer ruimte en rust te geven? Kan ik vinden zonder zoeken?
Herkenbaar? Wat zijn jouw valkuilen?