🔹Stilte🔹

De afgelopen periode was ik zeer aanwezig hier. Actievoeren en geld inzamelen vraagt nu eenmaal inzet. Schrijven, herhalen en de boodschap telkens op een andere manier brengen.

De actie is klaar, het doel is volbracht. Tijd voor rust, stilte, mediteren en schrijven. Want mijn boek zit nog steeds in mijn hoofd en komt natuurlijk niet vanzelf in handen van potentiële lezers.

Door omstandigheden lag het boek een half jaar stil. Dat is lang, zeker gezien het feit dat er hooguit een half uur per dag geschreven kan worden en ook nog niet eens 5 dagen per week, gezien de fluctuaties in mijn energie en pijn. Het schoot dus al niet op en als het stil ligt natuurlijk helemaal niet.

Het boek mag niet ten koste van mijn gezondheid gaan. Het blijft dus koorddansen. Wát doe ik met de momenten dat er iets kan en hoe benut ik het kleine beetje dat ik cognitief bezig kan zijn, zo optimaal mogelijk?

Ik en dat boek hebben stilte en rust nodig. Dus duiken we daar nu in.

Iedereen die een bepaald beeld heeft van schrijven, zie hier hoe dat gaat in mijn werkelijkheid. 😅

Liefs,
Martine

Miniaturen

Tijd voor een bekentenis
Wat jullie als een gedicht zien
Is voor mij een miniatuur
Of een mini-verhaaltje

Dat ik vaak zo schrijf
Heeft een praktische reden
Het vraagt minder van me
En is soms het enige dat lukt

Bij het schrijven van een gewoon stuk
Buitelen woorden over elkaar heen
Veroorzaken chaos in mijn hoofd
Alle woorden eisen een plek op
En ik kan moeilijk onderscheiden
Wat nu hoofd- en bijzaak is

Als ik een miniatuur schrijf
Blijven alle woorden rustig
Ze wachten kalm af
Er is geen onderlinge competitie
De woorden snappen goed
Dat het ene woord soms meer zegt
Dan het andere woord
Minder woorden vertellen meer

Ik vertel een verhaal
En doe dat op een manier
Die het minste van mij vraagt
Dat dit een gedicht wordt genoemd
Is voor mij een groot compliment

Maar wat maakt het uit
Miniatuur of gedicht
Uiteindelijk gaat het erom
Dat ik mijn woorden
De wereld in stuur

En mijn hoop is
Dat ze ergens landen
En gelezen worden
Misschien begrepen worden
Iets duidelijk kunnen maken
Jou wellicht zelfs raken
Of een reactie ontlokken

Het is mijn manier
Van contact maken
Met de wereld
En met jou
Om te laten zien
Dat ik er nog ben

(Afbeelding Pixabay)

Schrijven en taalgevoel

 

machine-writing-1035292_1920

Onlangs kreeg ik een mail van een bloglezeres met feedback. Ze leest mijn blog al geruime tijd en wilde persoonlijk reageren op een tekst van mij. Buiten dat wilde zij ook even haar ei kwijt. Het viel haar op dat ik in een door haar net gelezen stuk een taalkundige fout maak die zij al vaker heeft gezien bij mij. Ondanks mijn ‘bijna perfecte Nederlands’ (haar woorden, maar ik beschouw dat als een groot compliment) wilde ze mij hier toch even op wijzen.

Heel attent vind ik dat. De fout die ze benoemde is inderdaad één van mijn blinde vlekken. Prettig leesbaar schrijven, een correcte grammatica & spelling en soepel lopende zinnen vind ik belangrijk. Ik vind het tof dat iemand dit aanvoelt, de moeite neemt me te wijzen op een foutje en dat ook nog eens heel plezierig brengt.

Schrijven is één ding, correct taalgebruik is een ander ding. Natuurlijk heeft iemand die goed kan schrijven meestal een goed ontwikkeld taalgevoel. Maar dat is niet hetzelfde als alle regels kennen en weten toe te passen. Dat weet ik sinds ik een tijdje meedraaide op de redactieafdeling van een uitgeverij en gedesillusioneerd raakte over de teksten die door de auteurs werden ingeleverd. Zoveel fouten! Achter een goede schrijver staat een goede redacteur weet ik nu en redigeren is een vak apart.

Andermans teksten redigeren gaat mij redelijk af, misschien omdat er meer afstand is. Met mijn eigen teksten vind ik dat moeilijker. Ze zeggen wel eens dat schrijven vooral bestaat uit het kritisch schrappen – ‘kill your darlings’ – van je tekst. Dat is best moeilijk maar ik probeer het toch toe te passen op mijn eigen teksten. Hoewel ik blog voor mijn plezier en ik niet vind dat elke tekst hier van journalistiek niveau hoeft te zijn, bekijk ik wel bijna alles wat ik schrijf met een bepaalde blik. Is het een logisch geheel? Heeft elke alinea nut? (verbazingwekkend hoe vaak ik soms een hele alinea kan schrappen). Heeft de tekst een begin, middenstuk en eind? Zijn er woorden die te vaak worden gebruikt? (dan zoek ik even naar synoniemen) en zeer belangrijk: maak ik geen stomme fouten qua spelling en grammatica.

Dat laatste is altijd mijn angst geweest. Toen ik op de middelbare school kwam, had ik nog nooit van het kofschip gehoord! “Fokschaap dan?” probeerde de docent Nederlands nog even. Maar ik – en met mij alle pubers die op de Faunaschool in Wormer hadden gezeten – keken hem glazig aan. Kofschip? Nee, nooit van gehoord. We gingen wel altijd met de hele school leuk stoepkrijten als het mooi weer was. En we hadden een volière in de klas. Ook wisten wij buitensporig veel van motoren, de hobby van onze meester. Maar het onderdeel grammatica en spelling had wat minder aandacht gekregen.

Dat is altijd een gebrek gebleven. Ik heb mezelf veel aangeleerd door er over te lezen en vaak iets op te zoeken. Gelukkig heb ik van nature wel taalgevoel en zijn de d’s en de t’s bij mij meestal wel goed. Maar, ik ben wel kampioen ‘zin omgooien’ geworden. Bij twijfel (ook over een d of t) gooi ik de zin altijd om en hop, het probleem  is meestal opgelost. En dan nog maak ik fouten. Gewoon omdat ik het soms niet zie, soms te lui ben, soms een slechte dag heb en me niet kan concentreren en soms ook echt niet weet dat iets fout is.

Vreemd genoeg werd tijdens mijn universitaire opleiding Publicistiek nauwelijks aandacht besteed aan grammatica en spelling. Ik stroomde na het propedeusejaar Geschiedenis door naar Culturele Studies en dan specifiek Publicistiek. Een opleiding waarbij wij getraind werden onze kennis – in mijn geval was dat cultuurgeschiedenis – te gieten in goed leesbare verschillende soorten teksten. Denk aan artikelen voor een tijdschrift of krant. Onze teksten werden door journalisten en auteurs zoals bijvoorbeeld Arnold Heumakers, Willem van Toorn, Michaël Zeeman en Pauline Slot, regelmatig volledig met de grond gelijk gemaakt (in mijn geval zeker, ik was een matige student). Maar al te vaak diende ik een tekst vijf keer opnieuw in – allemaal op een ouderwetse typemachine geschreven – voordat het enigszins acceptabel was volgens de schrijfgoden. We kregen overal kritiek op, denk aan het ritme van de zinnen, hoe we de boodschap brachten, het onderwerp zelf, gebruik van stijl, citaten. Ik heb er enorm veel van geleerd. Maar zelden of nooit was er voor mij bruikbare kritiek op mijn spelling en grammatica. Dat werd bekend verondersteld. Je werd geacht het Groene Boekje in je bezit te hebben en verder zocht je het maar uit.

Schrijven via internet is weer een vak apart. Toen ik studeerde in de oertijd, was internet nog helemaal niet aan de orde en ook nog niet tijdens mijn latere baan bij een uitgeverij. Publiceren was een langzaam proces met veel correctielagen en nam veel tijd in beslag. Het voordeel van internet is de snelheid. Het nadeel van internet is natuurlijk ook de snelheid. Als blogger kun je zó iets publiceren en snelheid maakt maar al te vaak slordig.

correcting-1870721_1920Gelukkig kun je tegenwoordig alles heel snel opzoeken en ook je kennis opfrissen op sites als die van Onze Taal, wat ik dan ook regelmatig doe. Maar dat kan alleen wanneer ik door heb dat ik iets niet weet. Ik twijfel wel vaak – schrijf je ‘hierop wijzen’ of ‘hier op wijzen’? Hé, nu staat er iets heel anders!- wat nu correct is.  En zo ontdekte ik pas een paar jaar geleden dat het ‘onmiddellijk’ is en niet ‘onmiddelijk’, ondanks regelmatig gebruik van spellingcontroles. Ik ben dan zo’n gek die ondanks mijn onzekerheid dan tóch denkt dat de spellingscontrole het fout heeft ;-). Blinde vlekken zullen er altijd zijn.

Wat is jouw blinde vlek?

 

(bron afbeeldingen Pixabay)