Mijn haar is moddervet. Ik voel me vies en ik heb het koud. Ik lig onder de dekens maar toch moet de ventilator aan want mijn brein is vandaag oververhit.
Buiten is het zomer, ik hoor mensen op straat met elkaar praten en lachen. Ik leef in een andere wereld, waar zomer niet bestaat. Waar elke dag hetzelfde is. Een cyclus van pijn en malaise, zonder kans op ontsnapping.
Ik leef in een wereld waarin ik probeer niet meer te denken aan de zon op mijn huid, de geur van de zee, gekrijs van meeuwen, genieten van ’t avondlicht en een lichte zomerbries.
Maar wat je wegdrukt komt toch altijd terug. Dus lig ik in bed, vies en met vet haar en een hart vol verlangen naar het vroegere leven wat eens zo normaal was maar zo bijzonder bleek te zijn.
✔️Een dag zonder pijn
✔️Een nacht kunnen doorslapen
✔️Een handje herfstbladeren zodat ik de geur kan opsnuiven
✔️Een keer verse pasta mét gluten kunnen eten
✔️Douchen zonder terugslag (überhaupt kunnen douchen).
✔️Kunnen zien waar mijn zus woont
✔️Met mijn voeten in het zand wiebelen
✔️Poepen op een echt toilet in plaats van een chemisch toilet in een kast van onze slaapkamer
✔️Een gesprek kunnen volgen als er buiten mij meer dan een persoon in de kamer is
✔️Niet altijd alles vergeten wat me wordt verteld
✔️Een dag meemaken zonder betonblokken aan mijn voeten
✔️Macarons waar ik niet dik van word
✔️De slappe lach kunnen krijgen zonder terugslag
✔️Kunnen huilen zonder terugslag
✔️Op vakantie gaan naar Ermelo met mijn lotgenoten (you know who you are ❤️)
✔️Een lange boswandeling maken
✔️In de tuin kunnen zitten als het lente is
✔️Iets doen waarvoor ik schoenen moet aantrekken
✔️Teruggaan in de tijd, naar het moment dat mijn kind nog hand in hand met mij liep en ik nog dacht dat ik al die 1000en dingen ging doen die moeders nu eenmaal doen