Kattenjournaal

Regelmatig krijg ik mails van mensen die willen weten hoe het met Dibbes of Gerrie is. Of hoe de twee heren ex-zwervers nu samenleven met de andere katten Moos en Smoes. Tijd voor een update dus!

Deze week schreef ik al even over Smoes. Onze mooie cyper had zondag ineens een dikke wang. Nadere inspectie leverde een korst op zijn kop en eentje op zijn wang op. Mmm, even in de gaten houden dan maar. De volgende dag gedroeg hij zich wat versuft. Hij volgde weliswaar zijn normale routine (eten!- slapen! – waar blijft het eten!) maar met iets minder passie, Het is een nogal springerige kat dus als hij iets mankeert merken we dat meestal snel.

Maandagavond naar de dierenarts dus. Omdat M. in de mist in de file stond, maar ik toch echt wilde gaan gezien de wang in hoog tempo dikker werd, kwam Oma aan scheuren in haar auto en vertrokken we richting dierenarts. Daar moesten we lang wachten. De dierenarts stond namelijk ook in de mist in de file.

goed kijken, dikke wang links…

Dat wachten duurde Smoes te lang en van de zenuwen plaste en poepte hij in de reismand. Toen we uiteindelijk de spreekkamer in mochten komen, haalde  ik daar een klein hoopje ellende uit de mand. Hij bleek behoorlijk hoge koorts te hebben en toen de dierenarts in zijn wang drukte, spoot er pus uit de bovenkant van zijn hoofd! Een groot abces dus. Met een kaalgeschoren kop en wang, een uitgeknepen abces, antibiotica in zijn lijf en vooral veel gekwetste kattentrots konden we weer naar huis. M. was inmiddels gearriveerd om ons mee naar huis te nemen en Oma vertrok naar boven, ze woont boven de dierenartspraktijk.

geschoren, kale bedoening…

Smoes was de volgende dag weer geheel zijn springerige zelf maar slikt nog wel antibiotica. Aangezien we vandaag toch al een dierenartsafspraak hadden staan voor Dibbes, was het de bedoeling dat Smoes even ter controle mee ging. In de consternatie van Dibbes in de mand stoppen, lukte het Smoes deze dans te ontspringen en vertrokken we zonder hem naar de dierenarts. Nou ja, we houden het in de gaten maar volgens mij is er niets meer met hem aan de hand.

Dibbes woonde 15 oktober precies 2 jaar bij ons. Na een lange periode van socialiseren en lokken met eten, overwon hij zijn angst voor mensen en stapte half blind ons huis binnen. Een zware oogoperatie volgde, hij werd ge-ent en gechipt en gecastreerd en het leven als huiskat begon. Toen het na een jaar van veel huiselijk geluk tijd was voor weer een enting, dacht Dibbes daar héél anders over. We probeerden we hem in de mand te krijgen maar dat mislukte jammerlijk. De oplossing de dierenarts aan huis te laten komen bleek ook niet te werken. Dibbes vluchtte het huis uit en heeft twee dagen jankend in de tuin gezeten. We besloten de entingen dat jaar maar te laten voor wat het was.

Sommige mensen laten hun katten nooit enten. Dat kan, wij doen dat wel. Ik heb één keer een kat met kattenziekte gehad en was maar net op tijd bij de dierenarts. Ik neem daar geen risico meer mee. Bovendien hebben zowel Dibbes en Gerrie nog steeds een slecht werkend immuunsysteem, niet vreemd gezien hun zwerfverleden. Ik vind het daarom belangrijk wel te enten.

Dit jaar was ik iets beter voorbereid op het dierenartsbezoek. Ik ben weer een jaar verder met het opdoen van ervaring in kattengedrag en ga er niet meer van uit dat liefde alleen voldoende is. Dus begon ik vorige week met het dagelijks toedienen van Zylkene, een antidepressivum voor katten. Ik heb dat vorig jaar ook gegeven in de laatste twee weken van december, om de katten wat relaxter te houden ondanks het vele vuurwerkgeknal in deze periode. Het werkte goed.

Vanmorgen gaf ik hem ook nog een kwart pil Vetranquil. Dit is een spierverslapper. Voor je nu denkt dat ik op eigen houtje mijn kat aan het drogeren ben, ik overleg dit soort zaken altijd vooraf met de dierenarts.

Vooraf een strak plan bedacht, Dibbes naar het kleine kamertje gelokt, gedrogeerd en bij hem gebleven, hem zowaar in de mand weten te krijgen en toen op weg. Hij bleef opvallend rustig – op een aanval van razernij na toen hij net in de reismand zat – en liet zich bij de dierenarts alles welgevallen. Wel met veel angst in zijn lijf want hij probeerde zich onder een dekentje te verstoppen.

Afijn, hij heeft zijn entingen weer binnen en en hij is weer even goed bekeken en bevoeld. Hij is tiptop in orde, er is alleen iets te veel van Dibbes dus zijn gewicht moeten we even in de gaten gaan houden. En we moeten helaas over 4 weken terug komen omdat er een rotte kies moet worden getrokken. Dus krijgen we dan opnieuw weer de hele zenuwenbedoening van kat in de mand krijgen. Maar, het ging vandaag wel heel goed en het is in ieder geval gelukt, dus dat is een enorme vooruitgang ten opzichte van vorig jaar!

bijkomen onder een dekentje, door de vetranquil kan hij zijn temperatuur niet regelen

Dat was Dibbes, over naar Gerrie. Dit evenbeeld van Dibbes zwierf tegelijk met Dibbes door de achtertuinen hier in de buurt. Vorig jaar augustus besloot hij dat Dibbes niet meer recht had op een plek in dit huis dan hij en drong hij zich naar binnen. Gerrie was zo mogelijk nog minder menselijk contact gewend dan Dibbes, maar is wat rustiger en zelfverzekerder van aard en minder getraumatiseerd. Dibbes heeft een zeer goed ontwikkeld gevoel voor drama, terwijl Gerrie wat observerender van aard is.

Gerrie met beste vriend: de prop

Afijn, nog een kat erbij dus. Gerrie werd in maart gecastreerd en gechipt. Sindsdien is het snel gegaan met hem. Elke week behalen we kleine overwinningen. Van naast me op de bank zitten tot op me liggen met zijn kop in mijn hals, of poot in hand liggen op bed, het kan allemaal tegenwoordig. Hij is erg speels en benadert alles met hetzelfde enthousiasme of dat nu een prop papier of een voorbij lopende kater is. Dat levert wel eens irritaties op want de andere katten zitten niet altijd te wachten op het spel van Gerrie. Hij is bovendien nog niet goed thuis in kattentaal en begrijpt nog niet altijd de signalen van de anderen. Tel daarbij op dat hij de neiging heeft net altijd op die plek op bed te springen waar al een kat ligt, en je begrijpt dat er af en toe wat gedoe is.

Gedoe hoort er natuurlijk bij met vier katten met elk een eigen karakter en allemaal een vreemd onbekend verleden. Blijft nog over de vierde kat: Moos. Ja Moos is ‘gewoon’ Moos, gaat zijn eigen gang. Moos vindt het wel prima zo met al die andere katten zo lang we maar tegen hem zeggen dat hij de mooiste is….

Moos

Er zijn nog wat uitdagingen in december te verwachten vanwege het vuurwerk. Ik wil over een paar weken weer beginnen met de vuurwerktraining voor katten. Ik wen de katten zo heel langzaam aan het geknal. Dat in combinatie met de zylkene voor Dibbes leverde vorig jaar een goed resultaat op. Het was niet de fijnste avond van zijn leven, maar zeker niet zo’n ellende als de eerste oudejaarsavond dat dat hij hier woonde.

Tot zover de update van het kattenleven en kattenleed. Ik denk dat ik nu zelf ook lekker onder een deken ga liggen en probeer bij te komen. Fijn weekend allemaal!

Een stem voor Villa Vacht

Zoals bekend ben ik een grote kattenliefhebber. Ik steun sinds een tijd Villa Vacht met een maandelijkse donatie. Dit is een opvang voor katten die allemaal iets mankeren, meestal iets op neurologisch gebied. Villa Vacht is een kleinschalige opvang en geheel afhankelijk van donaties. Elke euro is welkom omdat ze daar de hoge dierenartskosten mee kunnen betalen en soms noodzakelijke verbouwingen kunnen bekostigen.

Op dit moment kun je via Serieus Request voor Dieren stemmen op Villa Vacht en vele andere kleinere organisaties en stichtingen die bezig zijn met dierenwelzijn. Degene met de meeste stemmen kan een project realiseren of activiteiten uitbouwen omdat met het winnen een mooi geldbedrag gemoeid is.

Draag jij katten een warm hart toe en wil je Villa Vacht steunen? Stem dan op Villa Vacht. Een stem kost je helemaal niets, behalve 5 seconden van je tijd! Of overweeg eens een donatie! Onderstaande video toont hoeveel verschil Villa Vacht in het leven van een kat kan uitmaken.

Voor meer informatie kun je natuurlijk ook even op de site kijken: http://villavacht.webs.com/

Drugs

Wat een kussentje gevuld met valeriaan al niet kan doen, voor katten. Doe mij er ook maar één!
Ze vinden het allemaal geweldig.
Dibbes:

 Smoes:

 Gerrie:


Alleen Moos geeft geen sjoege. Maar dat is dan wel weer heel erg des Moos…
Jullie merken het al, een dieptepunt in blog inspiratie ;-). Of eigenlijk in energie. Dus ga ik nu verder met wat ik aan het doen was… dat is niets doen afgewisseld met lezen en rusten. Later op de dag krijgen we bezoek van Oma, Zus en Nicht….
Fijne dag vandaag!

Gerrie, van buiten naar binnen

Gerrie woont nu precies 1 jaar bij ons binnen als huiskat. Nog even zien hoe het was?

Twee jaar geleden:
mei 2013 1e blik op Gerrie
Hij is te schuw om iets mee aan te vangen
niet gewend aan menselijk contact
maar blijft wel in de buurt
en wordt gevoerd door buren verderop
Ruim een jaar later:
juni 2014 – zwerft nog steeds in de buurt
en zit ineens steeds vaker bij ons in de tuin
zomer 2014 – wordt wat nieuwsgieriger naar ons,
dat hij af en toe wat lekkers krijgt, helpt natuurlijk ook mee
 augustus 2014: 
start wederzijdse grondige verkenningen.
Hij krijgt eten van ons 
en ik probeer hem te socialiseren 
en te aaien,
in het begin doe ik dat 
door met een afwasborstel
voorzichtig over zijn rug aaien.
Ik zit maanden lang
onder de krassen,
meneer heeft scherpe nagels.
Maar de aanhouder wint!
Gluren door het keukenraam
September 2014: voorwerk afgerond, Gerrie ligt in de avond
in de keuken, zo lang de deur maar openblijft. 
Steeds verder in huis
en boven op bed

of in een eigen mandje!
Steeds meer ontspanning
rondhangen met de andere katten
Steeds gelukkiger worden…

en uiteindelijk: 
totale overgave
(van 2 kanten)


Dement en opdringerig

Kruimel is 19 jaar, vaalrood, broodmager en heel erg dement. Én opdringerig. Ons huis heeft sinds een paar weken een onweerstaanbare aantrekkingskracht op deze kat die al heel lang in geleende tijd leeft. Het is de kat van buren van een paar huizen verderop, daar waar Gerrie onder de veranda woonde en die heel lang voor hem hebben gezorgd.

Mijn vermoeden dat het niet echt boterde tussen Gerrie en Kruimel zie ik nu dagelijks bevestigd. Als je hard tegen Kruimel aan blaast valt hij om, maar een mep uitdelen naar Gerrie toe kan hij nog héél goed. Aan de reactie van Gerrie te zien is dat maar al te vaak gebeurt.

Minstens 50 keer per dag (en nu overdrijf ik niet) kruipt het rode gevaar naar binnen. We werken hem naar buiten, tillen hem op en zetten hem buiten de tuin, spreken hem toe maar dat hoort hij niet, hij is heel erg doof. Hij merkt ons pas op als we ineens boven hem hangen of hem optillen. Ondanks zijn frêle uiterlijk kan hij heel goed grommen en blazen als hij het huis uit wordt gewerkt.

Meerdere malen hebben we zijn baasjes aangesproken op het obstinate gedrag van deze demente bejaarde. Maar ja die kunnen er natuurlijk ook niets aan doen. Misschien hem binnen houden, maar daar is hij nog te levendig voor. Ze hebben een tijdje de poort van de tuin gebarricadeerd aan de onderkant maar daar sprong hij toen gewoon overheen. Er zit nog leven genoeg in al zou je dat niet zeggen als je hem zo ziet.

50 keer per dag dus op zijn minst, worden we vereerd met zijn bezoek. Als hij aan komt lopen zie je al: dit is een kat met een missie. Hij weet niet goed wát hij komt doen maar het moet wel in dit huis. Ineens begon deze week de terreur ook ’s nachts. Klepperend kattenluikje, bakjes die omvallen. Toen heb ik hem wel even vervloekt, stomme bejaarde kat. Want ik werd wakker en kon daarna niet meer slapen. Zat ik uiteindelijk om half 5 in de tuin naar de vogeltjes te luisteren. Maar ik weet ook dat dit een kwestie van weken is. Dan is hij óf gaan hemelen óf hij heeft in zijn demente nevel een nieuw doel in het leven ontdekt. Daar hopen we dan maar op.

Kattenjournaal

De meeste katten in dit huishouden zijn erg bescheiden op het gebied van geluid maken. Smoes horen we sowieso bijna nooit, behalve heel af en toe bij het eten uitdelen. Maar dat geluid is altijd zó zacht dat ik me altijd afvraag of ik het echt hoor of dat ik me het verbeeld. Moos miauwt soms, wanneer het zo uitkomt. Dibbes maakt wel veel geluid maar klinkt ondanks zijn stoere robuuste uiterlijk als een kitten van 6 weken. Maar dan Gerrie. Nooit een kat gehad die zoveel variatie in geluid ken én maakt.

  • geef me eten, nu
  • ik heb honger!
  • zie je mijn ingevallen wangetjes dan niet?
  • ik moet nú tegen jou aanliggen
  • ik wil knuffels
  • ik wil meer knuffels
  • als je nu ophoudt met knuffelen lijkt het net alsof we niet geknuffeld hebben, ga door!
  • ik sta hier omdat ik vind dat je aandacht aan mij moet besteden
  • hij (wijst verontwaardigd naar een andere kat) krijgt aandacht, dus wil ik het ook

Gerrie speelt kiekeboe

Gerrie heeft wel 100 verschillende soorten geluiden voor alle voorkomende situaties. Zacht miauwen, piepen, gillen, met een triller in zijn keel, mopperen, langgerekt miauwen, hij kan het allemaal. En dat terwijl er de eerste maanden dat hij hier woonde, geen enkel geluid uit hem kwam. Deze kat heeft de 1e 4 jaar van zijn leven volgens mij zijn mond gehouden en doet nu sinds hij bij ons woont een spoedcursus ‘communiceren doe je zo’ en met groot succes.

Aan alles is te merken dat Gerrie gelukkig is. Hij staat nu veel meer dan Dibbes heel ontspannen  in het leven en bereikt dus ook veel meer ontspanning. Hij geniet volop, van alles, continu. Van het eten tot het knuffelen met als hoogtepunt dat hij laatst in mijn nek kwam liggen terwijl ik TV keek. Ik vind dat knap. Het beest was tot een jaar geleden niet eens in staat om binnen een halve meter bij een mens in de buurt te zijn en blijven.

Het enige minpunt in het leven van Gerrie is dat hij 1 keer per 4 weken een vlooienpipetje toegediend krijgt. En dat is erg. Heel Erg! Het toedienen zelf gaat nog wel soepel maar daarna volgt een drama van zeker 3 uur waarin Gerrie het huis uit stormt en luid gillend door de tuin loopt, eruit rent, heen en weer rent, in andere tuinen rent, het huis weer binnen stormt en verlaat, al mopperend. Het klopt niet voor hem, het zal ook wel heel erg jeuken. Het voelt in ieder geval niet goed. Pas na een paar uur komt hij tot rust, meestal tegen mij aan en dan nog wat na mopperend. Klaaglijk miauwend over het leed dat hem is aangedaan.

Wat Gerrie kan, kan Dibbes ook: kiekeboe!

Hij is heel intelligent en pikt alles heel snel op maar dit leert hij niet, elke keer weer is het een drama.  Maar wel heel erg nodig. Zijn weerstand functioneert nog steeds niet goed en hij heeft enorme last van vlooien en teken. Dibbes ook nog steeds trouwens. Ik heb allerlei merken geprobeerd het afgelopen jaar en het maakt geen bal uit. Ze hebben bijna continu vlooien. Nu las ik laatst over pillen die tegen vlooien werken, bijvoorbeeld Comfortis. Dat is tot nu toe alleen maar op recept verkrijgbaar. Heeft een van de bloglezers ervaring met antivlooienpillen? Aangezien het nogal prijzig is, hoor ik graag eerst wat ervaringen.

Moos

Gerrie en Dibbes speelden de afgelopen jaren natuurlijk de hoofdrol in de kattenverhalen op het blog. Twee zwervers je huis inlokken en socialiseren geeft nu eenmaal veel voer voor stukjes. Maar de heren zwervers kwamen in een huis dat reeds bevolkt werd door katten. Bijvoorbeeld door Moos.

Het verhaal van Moos begint op 6 augustus 2006. Het was hoogzomer maar tegelijkertijd een inktzwarte tijd. Mijn vader overleed op 4 augustus van dat jaar en naast het verdriet dat over ons heen kwam, moesten we ook veel regelen natuurlijk. Mijn vader overleed niet onverwacht, hij was bijna 20 jaar ziek geweest waarvan de laatste 5 jaren heel erg ziek. Ziekenhuis in en uit, telkens keerde het zich ten goede. Dat deed vermoeden dat hij onsterfelijk was maar de laatste ziekenhuisopname was het dus klaar. De dag voor zijn overlijden had hij nog in het ziekenhuis met S. gespeeld door het goed te vinden dat S. met de beddenverstelknop opa omhoog en omlaag en omhoog en weer omlaag deed. Opa moest zo lachen dat hij paars aanliep, iets wat natuurlijk een beetje eng is bij een longemfyseempatiënt,  maar hij genoot volop.

Wanneer komt Moos nou, hoor ik jullie denken? Nou dat zat zo, twee dagen later was mijn vader was overleden, lag in het mortuarium en op 6 augustus gingen we daar naar toe. Ik kan me niet meer herinneren wát we daar gingen doen maar de tocht ging in ieder geval daar naar toe. Toen we de voordeur achter ons dicht sloegen, stormde er een piepklein zwart katje voorbij. Te klein om zo maar buiten rond te rennen! Het katje kroop in een boom en ging daar hard zitten gillen. Ja, daar sta je dan. Wij hadden geen tijd, we moesten weg. We vroegen aan een stel buurkinderen of ze een ladder wilden halen om de kat te bevrijden en vertrokken.

Na een paar uur kwamen we weer terug. Er renden wat buren in de straat heen en weer op zoek naar dat katje. Die bleek zich te hebben verstopt in onze achtertuin en werd door M. en S. naar binnen gelokt met een stuiterbal. Binnen stond een grote bank en die lonkte naar het kleine prul dat al de hele middag heen en weer had gerend. Hij kroop tegen M. aan en viel meteen in slaap.

Afijn, na een slaapje ging hij op verkenning uit. Hij kroop in de planten, in de gordijnen en was enorm bezig ons helemaal in te pakken. Dat lukte goed. Moos was letterlijk een afleider in een periode van groot verdriet. Vooral voor S. vond ik het heerlijk dat juist op dat moment een klein katertje bij ons de boel kwam vermaken. Want dat deed hij. Niet eerder een kat gezien die zulke mooie rare fratsen uithaalde. Wat dat betreft heeft hij ons mooi op het verkeerde been gezet want Moos is lui. Héél lui. En hij heeft last van moodswings. Maar dat wisten we toen nog niet. Toen werden we verleid.

Omdat mijn hoofd logischerwijs nogal werd afgeleid waren onze buren zo lief foto’s van Moos op te hangen in de buurt, met de vraag van wie hij was. Dat er niemand zou reageren ontdekten we trouwens al na een dag of twee. Moos had een navelbreuk. Waarschijnlijk is hij uit een auto gesmeten door zijn baasje (gezien hoe hij op autoritjes reageert) op het moment dat die ontdekte dat er wat uit zijn buikje puilde.

Die uitpuilende buik was natuurlijk niet goed, ik belde de dierenarts om een afspraak te maken. De dierenarts vroeg of het topje van mijn pink in de breuk paste, dit om te achterhalen hoe groot de breuk was. Op mijn antwoord dat er met gemak twee van mijn vingers in pasten en dat ik af en toe de darmen terug moest duwen, adviseerde de dierenarts ons onmiddellijk te komen. En dus leverden we Moos bij de dierenarts af, die nogal opkeek van onze stemmige kleding. We hebben Moos voor de crematie afgeleverd en na de crematie weer opgehaald. Met een geheelde navelbreuk.

Moos is natuurlijk nooit meer weg gegaan. Nooit opgeëist door een baasje maar daar waren we maar wat blij mee. Hij had wel wat fratsen. Moos was bijvoorbeeld doof. Hij reageerde op geen enkel geluid. Wat testen met twee kletterende deksels boven zijn hoofd ontlokten geen enkele reactie. Ook de dierenarts heeft hem getest en kwam tot de conclusie dat hij niets hoorde. Moos moest dus binnen blijven want een dove kat buiten laten lopen is gevaarlijk. Hij kan geen aankomend verkeer horen. Dus bleef hij binnen. Totdat hij ontsnapte. En wel kwam aanstormen toen ik met brokjes rammelde. Meneer was helemaal niet doof. Maar blijkbaar was het brokjesgerammel het eerste geluid waar hij enthousiast over werd.

 En zo had hij wel meer streken. Het is een kat van uitersten, enorme knuffelpartijen worden afgewisseld met afstandelijk gedrag. Voor de straat was hij een tijdje de koning, hij terroriseerde alle katten in de buurt, zijn buurt, de straat van Koning Moos. Maar de laatste jaren is Moos heel zacht en lief, niet voor niets vonden onze twee ex-zwervers de weg naar ons huis, ze liepen achter Moos aan. Moos is een overgevoelige wijze ziel die met zijn gedrag rust brengt tussen de katten hier in huis.

Voor mij is Moos vooral verbonden met de heftige periode van het overlijden van mijn vader. Hij bracht heel veel vreugde op een moment van groot verdriet. Hij paste ook naadloos in ons huishouden. Dat jaar waren er twee katten overleden en we hadden toen Moos verscheen nog maar één bejaarde poes, die het prima vond dat het kleine katje tegen haar aan kwam liggen slapen. Maar spelen, dat wilde ze niet met hem. Dus haalden we Smoes in huis, maar dat is een ander verhaal….

De kat in de mand

Gerrie laten wennen aan de mand gaat heel goed tot nu toe. Ik heb niet eerder met de katten iets zó gericht aangepakt omdat ik ervan uitging dat een kat toch zijn eigen goddelijke gang gaat. Nu leer ik echter dat je ook een kat kunt conditioneren. Als ik tegenwoordig de kattensticks pak, rent Gerrie al naar de mand. Hij neemt een hap buiten boord en gaat er dan in staan en neemt daar het lekkers in ontvangst. Na het uitdelen blijft hij tegenwoordig in de mand liggen. Soms 5 minuten, soms een half uur. De mand is nu duidelijk een fijne plek.

Ik ga ergens deze week over tot de volgende stap: het deurtje aan de mand bevestigen. Verder doe ik niets anders en het deurtje blijft gewoon openstaan. Ik wil dat hij went aan de aanwezigheid van het deurtje zonder dat er nog iets mee gebeurt.

Dit zo aanpakken is niet alleen goed voor Gerrie, ook voor mij. Met zijn vol vertrouwen in de mand stappen, leer ik dat ik veel kan bereiken met mijn zwervers. Ik hobbel niet achter hun trauma’s en kuren aan, ik kan ze gericht iets leren.

Mijn ‘cunning plan’ om een niet te weerstane slaapplek voor Dibbes te maken, vlak naast de vaste plek van Gerrie pakt ook positief uit. Er is minder spanning tussen de heren. Laatst lag Gerrie bij ons op bed en Dibbes ging pal naast hem liggen. Eens in de zoveel tijd moesten ze elkaar even bekijken maar er werd ook veel met oogjes geknepen, voor een kat een signaal dat hij afgeeft om te vertellen dat hij geen kwaad in de zin heeft.

Zo rommelen we lekker door, de katten en ik.

Kat in de mand

Het plan was om Gerrie deze maand te laten castreren. Of dat ook echt deze maand nog gaat lukken, vraag ik me af. We zijn wel flink bezig met de voorbereidingen. Gepokt en gemazeld als ik inmiddels ben met getraumatiseerde katten, ga ik er niet meer van uit dat ik op dag A en uur U de kat zomaar in de mand weet te stoppen. Dat deden we met Dibbes wel, gezien het feit dat hij echt doodziek was maar daar was wel een aanzienlijke hoeveelheid drugs voor nodig, voor kat en toekomstig baasje. Het had tot gevolg dat we hem nu echt de mand niet meer in krijgen. Met Gerrie moeten we dat dus anders aanpakken. Met beleid en geduld. Ik ben nooit de reactie van Vlasje vergeten die schreef dat ze heeft gewacht tot de kater die bij haar was aankomen lopen, zelf in de mand stapte, vol vertrouwen. Zo wil ik het ook graag!

Heel langzaam laat ik Gerrie aan de mand wennen. We hebben een plastic mand die bestaat uit twee delen, de bovenkant kan van de onderkant af. Eerst heb ik alleen de onderkant in de huiskamer neergezet, met een kleedje erin waarop Gerrie veel heeft gelegen de afgelopen maanden.

De mand werd vakkundig genegeerd. Ook als ik er lekkere snoepjes in verstopte. Die werden gevonden door Moos en Smoes die geen mand-trauma hebben en er erg van genoten. De snoepjes geven terwijl ik op de grond zit vóór de mand bleek een beter idee te zijn. Dus dat deed ik een paar weken, snoepjes uitdelen op de grond voor de mand.

Inmiddels heb ik de bovenkant op de mand gezet en deel ik nog steeds snoepjes uit. Eerst legde ik een snoepje op de rand en een enkele keer een snoepje helemaal in de mand. Tegenwoordig leg ik de eerste paar snoepjes buiten de mand, één voor één en de rest één voor één in de mand. Zo verleggen we heel langzaam de grenzen van wat Gerrie bereid is te doen. Laatst kroop hij uiteindelijk gewoon maar helemaal in de mand, om daar de snoepjes in ontvangst te nemen. Ook toen ik al klaar was bleef hij in de buurt van de mand en stapte er nog een paar keer in, want ‘je weet maar nooit’. In een paar weken tijd heeft de mand dus promotie gemaakt van ‘enge te negeren plek’ naar ‘daar waar lekkers wordt uitgedeeld’. De volgende stap zal zijn het deurtje in de mand te zetten en open te laten staan. Maar dat doe ik pas als ik merk dat hij er langer in blijft liggen.

De stappen die je kunt nemen om je kat te laten wennen aan de mand, kun je ook hier vinden. Inmiddels heb ik wel door dat een kat zijn eigen tijd neemt om aan iets te wennen en dat je met veel tijd, geduld en herhaling een eind kan komen.  Dus lukt het deze maand niet en volgende maand wel, ook prima. Al zou het wel fijn zijn als het voor half maart lukt omdat onze dierenarts van 15 februari tot 15 maart flink korting geeft op castraties van katten.

Als Gerrie succesvol is afgeleverd bij de dierenarts en gecastreerd, gaan we over op het volgende plan: Dibbes aan die mand laten wennen. Dat is een klus met nog meer uitdaging maar ook dat gaat vast lukken. Zodat we Dibbes wel gewoon kunnen laten enten en onderzoeken. Sommige mensen vragen zich af of jaarlijkse entingen nodig zijn. Ik vind van wel, ik ben bijna een kat verloren omdat ik ooit meende van niet. Kattenziekte is een heel snel verspreidend virus met vaak dodelijk resultaat. Dat risico wil ik niet meer nemen. Bovendien vind ik een jaarlijkse controle een goed idee. Zeker bij ex-zwervers met een immuunsysteem dat niet optimaal werkt.

Iedereen maakt voor zichzelf een keuze die past bij de situatie, de kat en de ervaring. Ik houd het betaalbaar door elke maand wat geld opzij te zetten voor entingen, vlooien- en wormenbestrijding en dierenartskosten. Echt grote pech – zoals de darmoperatie van € 500 van kat Smoes drie jaar geleden – betalen we van de buffer.

Krijg jij je kat makkelijk mee naar de dierenarts?

De zwerfkat en de knal

Wat doe je als je al drie katten hebt en niet al te veel ruimte? Precies, dan neem je nóg een kat in huis. Liefst weer een zwerver, eentje die echt moeilijk te benaderen is. Een fijne uitdaging en een mooi project voor het najaar.

‘Wel ja, natuurlijk. Dat doet maar’ hoor ik u denken. Maar nee, dat kan natuurlijk niet, zou wat zijn zeg als uw gedachten zo via mijn laptopje in mijn hoofd geplaatst worden. Daar is het toch al zo druk.

Een moeilijk benaderbare zwerver dus. Het voordeel van deze zwerver – in tegenstelling tot die van vorig jaar – is dat deze goed ziet en dus iets minder angstig is. Hij vertoont zo op het eerste gezicht geen zichtbare gebreken, buiten een overduidelijk gebrek aan liefde en ervaring met het goede leven.

Zwerfkatten hebben het tot een kunst verheven om van een afstandje naar je kijken, de schouders een beetje afhangend en dan liefst zo dat de eenzaamheid er vanaf druipt. Die glijdt zo van die schoudertjes af, vormen een plasje en dat plasje wordt groter en groter en tegen de tijd dat die olievlek bij mij is aangekomen, rest er niets anders dan meegaan met de stroom. Centjes tellen dus, goed gesprek met de rest van de katten en hopen dat het allemaal gaat lukken.

Een weldoordachte combinatie van lekkere hapjes, zoete lieve woorden en voorzichtige toenaderingspogingen deden vorig jaar wonderen dus is die tactiek op herhaling. Inmiddels zijn we in het stadium van opgevoerde aaitherapie belandt. Waar eerder één aaibeurt per dag al een overwinning was, hebben we nu het tempo opgevoerd en wordt Gerrit verwend met diverse aaibehandelingen elke paar uur.

En met wat een effect. Rollende ogen, kwijl die langzaam uit de bek ontsnapt, zacht geronk dat wordt gestart, een buik die voorzichtig wordt aangeboden. Het is een feest.

Elke keer weer is het inschatten, hoe ver kan ik gaan, hoe ver mag ik gaan, haalt hij niet uit? Ik moet hem immers net zo veel vertrouwen geven als hij mij geeft. Komt hij ineens omhoog om mij een kopje te geven, dan onderdruk ik mijn schrikreflex. Soms gaat het goed, soms gaat het niet goed. Schrikt hij, schrik ik en staan de bewijzen op mijn handen en armen. Misschien toch tijd voor een tetanusinjectie?

Gisteren hadden we een topdag, de zwerver en ik. Even dacht ik dat hij op schoot zou springen, maar nee, dat was net te veel gevraagd. Wel was er een grote doorbraak. Ik zat op mijn hurken en hij likte mijn hand, ging op zijn achterpoten staan. Zijn snoet naar voren richting mijn neus. Een minuut die eindeloos duurde was er vertrouwen. Tot een oorverdovende knal uit het park een einde aan de droom maakte. Serieus, wat een baggerherrie! Een afrekening uit de Hoornse onderwereld? Een visser die met dynamiet de visvijver leeghaalt? Een scooter met knalpijp?

Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat Gerrit weg rent als ik hem wil aaien. Hij gaf zijn vertrouwen en hoorde een knal. Dat associeert hij nu met mij en moet weer worden afgeleerd. Zo is er altijd wat. Ik moest trouwens ook flink bijkomen van die knal. Een permanent overprikkeld zenuwstelsel kan namelijk blijven hangen in schrikreacties. Van dat wegrennen begrijp ik dus wel, dat doe ik ook n mijn hoofd. Maar we komen er wel, Gerrit en ik. Ooit.

Wens ik jullie een fijn weekend toe….