
Hoewel ik hoopte op een hele rustige week, ging ik deze week uiteindelijk toch nog twee keer naar de dierenarts. Dinsdag voelde ik dat de poot van Moos weer iets verdikt was en zijn voet was ook nog best dik. De zaterdag ervoor had de dierenarts een ontstoken nagelbed geconstateerd en hij kreeg sindsdien pijnstilling en antibiotica.
Zus was afgelopen dinsdag weer in Hoorn, om een high tea te maken ter ere van de 80ste verjaardag van onze moeder. Maar ze was bereid tussen de voorbereidingen door met mij naar de dierenarts te rijden. ’s Middags sprong ze weer in de auto om de kat van vriendin D. op te halen, waar het even niet zo lekker mee ging en die de nacht bij een dierenkliniek had moeten doorbrengen. Zus staat dus nu met stip op nummer 1 van de top 10 van lieve mensen die super zijn in noodsituaties.
Afijn, Moos weer in de mand en het gejammer begon weer. Want als er iets erg en onjuist is, dan is het als Moos in de mand moet. Katonwaardig! En dat laat hij merken.
De dierenarts constateerde dat het voetbed inderdaad nog wel erg dik was. Er zat ook weer wat vuil in de wond en dat is schoongemaakt. De verdikking in zijn poot die ik voelde was echt minimaal. Gelukkig geen ontsteking of een abces maar waarschijnlijk het gevolg van anders gebruiken van zijn spieren om zijn voet te ontzien. Spieren reageren heel snel op dat soort dingen.
Zaterdag terugkomen en tot die tijd hem nog steeds binnenhouden en zijn voetje regelmatig weken in een ontsmettend spulletje was het advies.
Moos binnen houden was niet eenvoudig want hij was afwisselend depressief en razend en heeft ons goed wakker gehouden omdat hij uit pisnijd en bij uitbraakpogingen letterlijk in de gordijnen hing.
De lijst met katten die zaterdag mee moesten werd dus steeds langer en gisteren gingen we uiteindelijk met Moos, Smoes en Droppie, de kat van vriendin D. wiens poot tien dagen geleden is geamputeerd, op controle. De poot van Moos zag er weer prima uit en we kregen groen licht. Meneer stapte meteen na het dierenartsbezoek dol gelukkig door de deur de tuin in en is sindsdien weer geheel zichzelf.
Smoes gaat ook goed. Het was de laatste controle na de schildklieroperatie van 3 weken geleden. Zijn ontlasting is goed, hartslag is normaal en hij valt niet meer af. Sterker nog, hij is aangekomen. Hij heeft de groeicurve van een kitten vertelde de dierenarts en dat is nu net niet de bedoeling willen we niet met een tientonner Smoes eindigen.
Want meneer vraagt nog steeds heel vaak om eten. Hoewel hij absoluut niet meer zo veel eet als tijdens het hoogtepunt van de schildklierellende – toen at hij zo 600 tot 800 gram nat voer per dag én daarnaast droge brokken – eet hij nog steeds wel twee keer meer dan de andere katten.
Dat is dus een gewoonte volgens de dierenarts. Eten is altijd wel een ding geweest voor Smoes – als kitten en jong katje heeft hij honger geleden – maar hij krijgt nu meer binnen dan hij nodig heeft. Dus moet ik streng zijn en echt overgaan tot normale porties. Smoes kan nogal dwingend kijken dus krijg ik nu het merendeel van de dag dé blik:

Kat Droppie werd verlost van het merendeel van zijn hechtingen en mag nu gaan wennen aan lopen op drie poten. Natuurlijk niet mijn kat maar omdat wij hem haalden en brachten de afgelopen tijd en D. bijstonden met toedienen van medicatie en zo, was het ook voor ons fijn nieuws dat zijn wond goed is genezen. Het wordt nog wel een lang traject want hij ervaart nog pijn – waarschijnlijk fantoompijn, de zenuwen moeten wennen aan een nieuwe situatie – maar voor ons (vooral voor M. ) zit het er op wat heen en weer rijden betreft.
Dus. Nu gaan we hopelijk weer over op normaal want ik ben er goed klaar mee. Ik hoop ook dat ik snel uit de zorgmodus kan stappen want vooral Smoes heeft mij flink beziggehouden en ik vind het moeilijk loslaten. Ik blijf tobben en ben bang dat het toch weer misgaat en vind het ook moeilijk om op vakantie te gaan. Volgens de dierenarts is er geen enkele aanleiding om thuis te blijven en kan ik met een gerust hart gaan. Dat ga ik dus ook maar proberen.
Over dierenartsbezoek gesproken, deze reactie kreeg ik onlangs:
Waarover ik mij dan verbaas (zonder te oordelen) hoe kun je bv wel tig keer per week naar de dierenarts hollen en ben je niet in staat om ‘eén keer naar de bibliotheek te gaan. Snap je dat dat raar is, voor een blog-lezer?
Dat wil niet zeggen dat ik je veroordeel, maar het rijmt niet.
Ik snap dat zeker wel en ben blij met die vraag want het geeft me de gelegenheid dit uit te leggen. Mijn antwoord aan haar was dit:
Dat snap ik wel dat dit verwarrend is. Dat komt deels doordat naar de dierenarts gaan moet omdat er dan een noodsituatie is, zoals de afgelopen weken. Met de auto, terwijl de man rijdt. Dus zeker niet hollend. 😉 Dierenartsbezoek gebeurt meestal op energie die er niet is. En zorgt vrijwel altijd voor een terugslag. Ik weet dat het slimmer zou zijn om M. alleen te laten gaan. Aan de andere kant ben ik degene die de katten het meeste verzorgt en dingen signaleert als het niet goed gaat. Dus vind ik het prettiger als ik dan meega.
En naar de bieb ga ik als er energie voor is. Wat dus de laatst tijd helaas niet voorkomt.
Het gaat dus om keuzes maken. Vanwege de vele dierenartsbezoeken heb ik douchen bijvoorbeeld vele malen over geslagen en vrijwel niet gekookt. Het is nog steeds het één of het ander hier.
Onverwacht dierenartsbezoek gebeurt dus op energie die er niet is en zorgt ervoor dat ik ‘in het rood’ kom te staan en veroorzaakt dan een terugslag. Gepland dierenartsbezoek (zoals een jaarlijkse controle en enting) is anders omdat ik dan in mijn planning daar rekening mee houd, al een paar dagen voordat ik ga. Hetzelfde geldt voor een trip naar de bieb. Dat kan ik doen op een dag dat ik voel dat er ruimte voor is.
De reden dat een trip naar de bieb de laatste tijd dus zo weinig voorkwam, is simpelweg omdat er dus steeds iets tussen kwam wat meer urgentie had. Ik ben de afgelopen weken uiteindelijk letterlijk van terugslag naar terugslag gegaan en hoop van harte dat het nu klaar is en ik weer wat kan herstellen. Het zou fijn zijn als ik op vakantie iets meer kan doen dan voor pampus op een ligbed liggen. Aan de andere kant, dat ligbed staat aan de rand van een privézwembad, boek binnen handbereik, dat is ook helemaal niet verkeerd.
Ik snap best dat het soms onbegrijpelijk is wat ik nu wel en niet kan doen. Zelf begrijp ik het trouwens ook vaak niet omdat de grenzen nogal eens opschuiven. Soms lukt iets wat normaal buiten mijn bereik ligt. En soms ga ik onderuit van iets simpels als een telefoongesprek.
Nou ja, dat was het wel. Ga ik nu ontbijten en kijken of er iemand al wakker genoeg is om een verjaardagsliedje voor me te zingen want ik ben jarig vandaag. 😉



Dus daar ging meneer met de staart omhoog, dolgelukkig. Elke struik in de tuin is besnuffeld. Zijn manier van lezen wat er de afgelopen week is gebeurd, zonder hem.






