Vol plannen en wensen, en vol besef van de realiteit. Dus weet ik inmiddels als de dag ZO aanstaat en ik ZO aansta, dan moet ik mezelf tijdens de dag wat vaker uitzetten.
Zodat het aanstaan niet een uitdoven wordt waar geen reanimatie voor is.
Dus ga ik van start, ik kruip de week in en haast me langzaam naar wat op mij wacht.
Een PEM is een stiekeme gluiperd, duikt op wanneer je dat niet wilt en vertrekt niet wanneer je dat vraagt. Een ongenode gast die aanbelt, wanneer het hem goed uitkomt. Dat is meestal 1 tot 2 dagen na iets doen.
Je kunt natuurlijk de deurbel negeren, je stiekem achter de bank verstoppen, bij het opendoen smoesjes verzinnen. Maar die slinkse PEM trapt nergens in en dringt desnoods met grof geweld lijf en brein binnen met zijn koffer vol ellende.
Bij het openklappen van de koffer springen pijn, migraine, brainfog, misselijkheid, duizelingen en een heleboel andere ellendelingen als duveltjes uit een doosje tevoorschijn. Probeer die maar eens terug te duwen!
Je wordt compleet overgenomen door je gasten. Dagen, weken, maanden, soms jaren. Tot ze eindelijk vertrekken en jou achterlaten als een uitgewrongen vaatdoek die niets meer kan. Dag PEM, tot de volgende keer maar weer!
Na jarenlange intensieve bestudering, vergelijken van patiëntervaringen, noteren van relevante gegevens en het veelvuldig raadplegen van agenda, logboek en brein, blijkt dat PEM een paar reisgenoten heeft die vooruit reizen en hem verraden.
Uit wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd door mezelf, met als deelnemer mezelf en gesubsidieerd door mezelf is zeer overtuigend gebleken dat adrenaline het hulpje van PEM is.
Adrenaline vermomt zich als energie maar is dat 100% zeker absoluut niet. Onrust? Niet kunnen focussen? Een enorm gevoel van urgentie? Denken dat je na een activiteit ook nog wel ramen kunt lappen? Dát is de adrenalinelawine.
Het andere hulpje van PEM is notabene je eigen hartslag. Loopt die gedurende de dag op? Daalt hij na het doen van iets ineens veel langzamer dan normaal? Dát is een niet te negeren teken.
Zet een rem op je PEM en leer zijn reisgenoten kennen, zodat je niet om de haverklap een lijf vol ongewenste gasten hebt.
Zet een rem op je PEM is dus dé oplossing voor veel ellende. Dit baanbrekende onderzoek gaat vele levens veranderen. Nu alleen nog leren remmen. Maar dát is een ander verhaal.
Vechten door niets te doen.
Vechten door stil te liggen.
Vechten door te accepteren
dat niets doen in dit geval
echt heel hard werken is.
Maar in gedachten
bijt ik ME de kop af,
sla hem dood
en serveer hem
op een bedje van
zó veel verloren jaren
en een gebroken hart
met daarbij een garnituurtje
van pijn, angst en rouw.
En ik vreet hem helemaal op,
verslind ME met huid en haar.
En daarna als toet
een chocoladetaart
met gluten, lactose,
en schofterig veel suiker,
En een espresso,
een dubbele espresso,
van echte koffiebonen!
Zo eentje waar je
nog uren van nastuitert.
En dan, een fles wijn
en een goed gesprek
tot diep in de nacht
afgemaakt met een
uitgebreide vrijpartij
die maakt dat ik me
weer springlevend voel.
Dát zijn de plannen.
In gedachten dan hè,
aan de uitvoering
wordt nog hard gewerkt.
Dus ik ga snel verder
met stilliggen en nietsdoen,
vol voorpret van wat
ooit, misschien, hoop ik,
eindelijk gaat gebeuren.
Ooit of nooit,
wie het weet
mag ’t zeggen.
Maar hoop is vol
van ooit, misschien,
wellicht en eventueel
en maakt dat ik
het waarschijnlijke nooit
iets beter kan verdragen.
Op een zondagmiddag
in februari 2008
rond een uur of vier
arriveerde de griep.
Niet zomaar een griep
maar heftiger dan ooit tevoren,
vol koorts, spierpijn, zweten
benauwdheid, snot en keelpijn.
Na weken van ziekzijn
bleef ik als een vaatdoek achter
en ik voelde dat er in mijn lijf
een knop was omgezet.
Niets deed het nog normaal.
Het voelde alsof mijn lijf
een andere dienstregeling had,
met chaos tot gevolg.
Ik deed een ronde ziekenhuis
en nog één en nog één.
Gelukkig ‘was er niets aan de hand’.
Ook al wist ik en voelde ik
dat niets was zoals het hoorde te zijn.
Het voelde verkeerd.
Het was verkeerd.
En het bleef verkeerd.
Op een zondagmiddag
in februari 2008
rond een uur of vier
kreeg ik een virus
dat zich ontwikkelde tot ME,
alleen wist ik dat toen nog niet.
Zou ik toen weten
wat ik nu wel weet
dan zou ik uit alle macht
mijn poot stijf houden,
meer vertrouwen op mezelf
en minder op al die artsen
die het zogenaamd beter wisten
en beweerden dat ik niets mankeerde.
Zou ik toen weten
wat ik nu wel weet,
zou ik alles anders doen.
Maar ik wist het niet.
Ik betrad een ander universum
met eigen wetten en regels.
Waar niets is wat het lijkt,
en waaruit ontsnappen niet lukt.
Op een zondagmiddag
in februari 2008
rond een uur of vier
kwam mijn vertrouwde wereld
definitief tot stilstand.
En ik wist het niet.
Soms droom ik van een winkel
waar ik mijn lijf kan ruilen.
Ik loop naar binnen
en wijs aan wat ik wil.
Even passen en oordelen.
Bevalt het wat ik zie?
Beweegt dit lijf wél normaal
zonder buitensporige reacties?
En dan neem ik een besluit.
Zeg blij ‘doe deze maar,
want wat ik nu heb
bevalt niet zo goed’.
De winkelier vraagt
of er nog iets anders
van mijn gading is.
Dat doet me twijfelen
maar uiteindelijk zeg ik
dat het nu niet nodig is.
Ik kom later wel terug
voor een ander hoofd.
Een hoofd dat prikkels
normaal verwerkt.
Zodat mijn lijf
niet zieker wordt
van licht en geluid.
Maar dan zegt de winkelier
dat er toevallig NU een actie is,
de tweede voor de halve prijs.
En even later loop ik
intens gelukkig de winkel uit
met een nieuw lijf én hoofd.
En de wetenschap
dat er garantie op zit,
dat ik kan ruilen
wanneer iets hapert
maakt me nóg gelukkiger.
Op een dag vlieg ik weg
naar een ander leven.
Een leven met een ander lijf.
Een leven waarin ik keuzes maak,
niet beperkt door wat niet kan.
Ik sta dan aan het roer. Ik!
Ik bepaal de bestemming.
Ik doe dat, niet mijn lijf.
Op een dag vlieg ik weg.
Geen pijn en uitputting meer.
Geen strijd om de dag door te komen.
Geen leven in permanent isolement.
Geen leven in duisternis en stilte.
Op een dag vlieg ik weg
met alles wat ik lief heb.
Man, kind, de katten, moeder & zus,
iedereen neem ik in mijn armen.
We vliegen samen weg,
naar zon en zorgeloosheid
en pasta, héél véél pasta.
Echte pasta, mét gluten
en knoflookroomsaus vol lactose.
En als dessert snuif ik zeegeur op
en voel zand tussen mijn tenen.
Op een dag vlieg ik weg
al mijn dromen tegemoet
en in tegenstelling tot eerder
stort ik dit keer niet ter aarde.
Op een dag vlieg ik eindelijk weg,
Ik vlieg weg, zie me gaan!
Ik vlieg als nooit tevoren.
Niet langer levend begraven.
Nee, ik word opnieuw geboren.
Afbeelding met toestemming geplaatst. Christina Baltais is een Canadese kunstenares en ME-awareness activiste. Over ‘The Great Longing’ schrijft ze:
“This collage was inspired by the primal ache that resides in every living being — the desire to be free. If I ever recover from this disease, I would love to go swimming and dancing without fear. I can’t remember what it’s like to do any activity without fear.
I wanted to capture how this freedom might feel. I imagine it would be like oxygen to the soul, when you’ve be deprived of it for so long.”
Soms voelt het alsof mijn wereld is gestopt met draaien. Alles sterft af en gaat verloren. Mijn leven glipt door mijn vingers.
Ik voel me soms zo aangetast, niets lijkt nog hetzelfde. Niets is nog hetzelfde!
Maar als het lukt even te staan dan kijk ik gewoon naar buiten en zie ik het hetzelfde uitzicht wat ik al jaren mag zien.
Het park blijft het park. In elk seizoen, met elk weertype, het blijft het park. Het blijft mijn uitzicht.
Alles is veranderd. Niets in mij bleef hetzelfde. Niets in mij voelt nog enigszins vertrouwd. Ik verblijf continu op onbekend terrein zonder besef hoe het verder gaat.
Maar het park is er nog steeds. Ik kan er nog steeds naar kijken. Het park is er nog, en ik ook.